De afspraak kwam moeizaam tot stand, want wie denkt dat studenten tegenwoordig alle tijd van de wereld hebben, heeft het mis. Er moet gewerkt worden! Ja, en gestudeerd natuurlijk, maar dat is flexibeler dan betaalde arbeid. Maar na enkele weken appen hadden we een date voor deze eerste aflevering van TilburgstudeerT: in een studentenhuis aan het Merodeplein. Drie bewoners geven acte de présence.

Door Gerard Sanberg

Julia Wolfs (20, derdejaars rechten, komt uit Berkel-Enschot, deed de middelbare school op Durendael), Mats van der Spek (ook 20, tweedejaars Informatie- en Communicatiewetenschappen, komt uit Rotterdam) en degene die de afspraak maakte, tevens de oudste van de drie: Floris de Leest (23) werkt aan zijn afstudeerscriptie bij Facilitymanagement in Breda.

Huisbaas!

We zitten in de gemeenschappelijke huiskamer en het gesprek komt als vanzelf op de huisbaas. Julia: “Heel tof! Je ziet ze eigenlijk nooit dus dat is sowieso prima, maar als er iets kapot is geef je een seintje en het wordt gerepareerd! Wij zijn trouwens niet haar enige huis, ze heeft er hier aan het plein nog twee.” Mats heeft de grootste kamer, op zolder is dat. Floris de kleinste. Julia zit op de begane grond en haar kamer grenst aan de plaats. “We mogen onderling ruilen, maar de huren verschillen natuurlijk. Hoe groter je kamer hoe meer je betaalt.”

Kijkavonden en Facebook

Hoe kom je aan een studentenkamer? Floris: “Meestal via Facebook. Je schrijft je in op de pagina, daar worden kamers aangeboden. Nou, als het je wat lijkt dan meld je je aan.” Op het Merodeplein beslissen de bewoners zelf wie de vrijgekomen kamer krijgt. Dat gaat via een zogenaamde kijkavond. Kandidaten die geschikt lijken worden uitgenodigd om langs te komen. Julia: “Sommige huizen onderwerpen je aan een soort kruisverhoor, maar wij doen het informeel. We zetten wat statafels neer en pakken er een biertje bij. Dan weet je snel of het klikt.”

Drie jongens drie meiden

Dit huis is gemengd: er wonen drie jongens en drie meiden en dat willen ze zo houden. Julia: “Ik woon hier nu iets meer dan een jaar. Ja, ik ben van thuis uit gekomen, Berkel-Enschot hé? Echt nodig was het natuurlijk niet, maar ik wilde het graag. Het hoort erbij!” Het hoort erbij en je leert ervan, daarover zijn ze het wel eens. Mats: “Je moet koken en dus moet je boodschappen doen. Nou, al die A-merken die je van huis uit gewend bent, vergeet dat maar als student. Dat kun je echt niet betalen.” Algemeen gegrinnik, iedereen is het hier wel mee eens. Je leert goedkoop winkelen!

Omgekeerd uitgaan

Uitgaan? Twee vragen: gaan ze veel uit en hebben ze dan een vaste kroeg? Dat levert een zorgvuldig afgewogen antwoord op want ja, ze gaan best veel uit. “Door de week dan. In de weekends niet. Ja, dat is mooi omgekeerd met gewone mensen, maar in de weekends zijn nu eenmaal veel studenten weg uit de stad, dus dan is het minder. Zitten we hier vaak in huis.”Maar door de week? Julia: “Zeker, dat hoort erbij, toch? Maar niet elke avond naar dezelfde kroeg. Het varieert per avond, waar het gezellig is. Maandag naar Live, op de Korte Heuvel. Dinsdag is het dobbelen bij Bolle, dan maak je kans op een gratis rondje bier dus dat trekt wel.” Dat vergt nadere uitleg. Mats: “Als je dan vijf biertjes bestelt bij de bar, gooi je met de dobbelsteen. Als je vijf gooit is het gratis!”

Donderdag studentenavond!

“Woensdag is tennisclubavond, dus dan gaan we tennissen en daarna naar het clubhuis.“

Mats: “Ik ben bij een dispuut , dat is op woensdagavond.” Julia vervolgt haar opsomming: “Donderdag naar Polly Magoo, ook de Korte Heuvel.” Floris: “Ach, eigenlijk is het overal wel leuk, op donderdagavond kun je overal terecht. Dat is wel de traditionele studentenavond. En inderdaad, in de weekends is het minder.”

Studieschuld? Nee! Werk!

Het beeld van een grote schuld aan het einde van je studie schrikt af. Floris: “Wij lenen geen van drieën.” Julia: “Als je maximaal leent en het zit een beetje tegen met je studie, dan heb je op het einde 50.000 euro schuld.” Floris: “Dat zet je gelijk op achterstand.” Ze hebben dus alle drie een baantje. Floris het meest serieus en enigszins in lijn met zijn studie. Hij werkt in de retail, in een kledingzaak in Eindhoven. “Ik heb dat eerste coronajaar full time gewerkt en veel gespaard, daar teer ik nu nog op. Nu werk ik een dag of drie, vier in de week.”

Openhartoperatie?

Julia werkt in de thuiszorg: “Ik heb drie cliënten in Berkel-Enschot. Daar ga ik elke week een dagdeel naartoe. Soort van bezoek, kun je zeggen. Ik doe huishoudelijke klusjes en we kletsen veel.” Mats werkt op het Elisabethziekenhuis. In de keuken, maar het is heel afwisselend werk: allerlei verschillende karweitjes. Floris interrumpeert grinnikend: “Ja, af en toe doet hij ook een openhartoperatie.”

Als jullie groot zijn…

Nu dus aan de studie en lekker uitgaan, maar later, als jullie groot zijn: weet je al wat voor werk je wilt doen? Om die vraag wordt schaapachtig gegrinnikt. Tja, later. Tja, werk. Dat komt allemaal nog wel, toch? Zorgen voor morgen! Mats: “Ik ben tweedejaars dus nee, daar ben ik niet mee bezig. Nu kan ik nog leuke dingen doen.” Julia: “Universiteit is zo breed als opleiding, je kunt nog alle kanten op. Het is niet zo nauw omschreven als bij een beroepsopleiding, dat je de bakkersopleiding doet en dan dus bakker wordt. Mediation lijkt me wel mooi, maar ach, ik zie wel.” Floris: “Werk lijkt mij leuker dan die studie, maar er is zo veel. Vind maar eens een leuke baan! Phew, voor de rest van je leven…”

[extra streamer] “Op kamers hoort erbij. Je leert veel. Koken, boodschappen doen”