Je kunt je er tegenwoordig geen beeld meer bij vormen, maar Tilburg heeft een heuse tentoonstellingentraditie. Deze waren vaak gekoppeld aan de viering van de zoveelste verjaardag van de stadsrechten. Zoals elke Tilburger weet, werden die door Lodewijk Napoleon - de broer van - verleend op 18 april 1809. Menig Tilburger op leeftijd zal zich de meest recente expositie nog wel heugen; de Hart van Brabant-tentoonstelling in 1959. Deze vond plaats in het Leijpark. We hebben er de straatnaam Hart van Brabantlaan aan te danken.
Niet echt een tentoonstelling, maar toch een hele manifestatie was Tilburg Totaal in 1971 toen er bij het stadhuis en de Heikese kerk het Iglonium stond. In 1909, toen Tilburg zich een eeuw stad mocht noemen, werd op een terrein tussen de Hart van Brabantlaan en de Alleenhoudersstraat een giga-expositie opgetuigd. Foto’s van bijvoorbeeld een nagebouwd Venetië met gondels en al maken nog steeds indruk. Een paar honderdduizend bezoekers zijn komen kijken.
Een van die bezoekers was prins Hendrik. De gemaal van koningin Wilhelmina opende de expositie ‘Stad Tilburg’ en bij die gelegenheid maakte hij op de een of andere manier kennis met Arnoldus van Sommere. Arnoldus wie…? Goeje vraag, want deze kleurrijke Tilburger kennen we beter onder een bijnaam; hij had er liefst tien, van Manke Nol en De Zwaap tot Jan Fiedel, de Fiedelman en D’n Brobbelèèr. Het meest bekend was/is hij als Jan Viool, een prachtfiguur die helemaal past in ons rijtje van niet-alledaagse kostwinningen. Vorige week stelden we Mie (de) Fiedel en durre meens voor. Jan Viool wordt nogal eens verward met dit muzikale stel.
Kraaiende haan
Maar dat allemaal terzijde, want we zijn nog steeds op de indrukwekkende eeuwfeestexpositie. Prins Hendrik schijnt zo onder de indruk van het vioolspel van Jan Viool te zijn geweest dat de Tilburgse straatmuzikant zoveel mocht drinken als íe wilde. En als iemand ‘m lustte…. Het mooiste van deze anekdote is dat Jan Viool écht ‘ne goeje mens was en nog kon zingen ook, maar zijn vioolspel werd omschreven als ‘ondefinieerbare dierlijke geluiden’. In dat laatste school absoluut waarheid want Jan Viool kon als geen ander op zijn viool een kraaiende haan laten horen.
Hij deed dat onder meer geregeld in het theehuis in park Vredelust langs de Bredaseweg. Als hij een kop koffie had gekregen, liet Jan Viool de haan kraaien. Dit verhaal inspireerde tot deze Prent van de Week van 31 januari 1986. Het manneke bij de plattebuis lijkt overigens niet op Jan Viool die rond 1895 door een onbekende schilder is vereeuwigd. We zien een artistieke figuur met een Mozart-achtige grijze haardos, een hoed in de hand. Arnoldus van Sommere was bepaald niet een doorsnee-mens. Geboren in 1842 in Batenburg kwam hij rond 1876 naar Tilburg.
Manke Nol
Een van zijn bijnamen, Manke Nol, ontleende hij aan het feit dat hij kreupel. Als zoeaaf (bijnaam De Zwaap) was Nol in 1867 aan een been gewond geraakt in de slag bij Mentana. Deze slag werd gewonnen door de troepen die aan de kant stonden van de paus. Tilburg telde in totaal 66 van deze vrijwilligers die streden voor het behoud van de pauselijke staat. In het Tilburg van toen waren deze zoeaven geziene figuren. In de slag bij Mentana werd gevochten tegen Italianen onder leiding van Garibaldi, de Italiaanse Willem van Oranje.
Aan deze strijd heeft Jan Viool schijnbaar een trauma overgehouden. Liet je de naam Garibaldi vallen dan riep hij dat ‘die kerels zijn poot kapot hadden geschoten’ en begon hij met een denkbeeldige knots te zwaaien. Manke Nol, Jan Viool, De Zwaap, Arnoldus van Sommere werd in 1918 overgebracht naar psychiatrisch ziekenhuis Voorburg in Vught. Daar stierf hij tien jaar later.