Piet-piet-suskewiet, piet-piet-suskewiet. Het lied van de vink ontroert, zeker door het einde dat altijd klinkt als suskewiet - suskewiet, daarin hoor je een onmiskenbaar Vlaamse klank en dat is ook zo. Suskewiet is een mooie Vlaamse benaming voor een wedstrijd die ook wel vinkenzetting of vinkenslag wordt genoemd. De deelnemers tellen hoe vaak de vink in een uur tijd zijn liedje laat horen, hoe vaak hij ‘slaat’. Dat loopt op tot honderden keren; wat doet dat vogeltje zijn best….

De vink was ook een van de vogels die Cees Robben inspireerde tot deze Prent van 8 juli 1960, een Prent met een - je mag wel zeggen - typisch Cees Robben-gedicht waaruit veel gevoel spreekt voor de natuur. Wandelend over de Beekse Dijk (Goirle) benoemde hij de vogels die hij hoorde en zag met hun dialectnaam, waaronder de ‘hannek’. Hiermee werden in feite twee vogels bedoeld: een tamme ekster en wegens de uiterlijke overeenkomsten ging deze naam over op de gaai, ook wel Vlaamse gaai of schreeuwekster.

Dat vogels zoveel verschillende namen hebben, niet in de laatste plaats in het dialect, de taal die het dichtst bij de mensen ligt, geeft wel aan hoezeer mensen zich op deze dieren betrokken voelden - en voelen natuurlijk, want wie houdt er niet van vogels, de beestjes die kleur en plezier geven aan het leven. De vink was een van de vogels waarmee mensen wedstrijden bedreven, zoals met de duif. Het duiven melken is zeker nog niet verdwenen, maar vergeleken met een jaar of dertig geleden stelt het wel steeds minder voor.

Vinkeniers

Duiven melken is net als suskewiet of vinkenslag een pure volkssport. Het gekke is, dat navenant mensen meer te verteren kregen, volkssporten verdwenen. Het kenmerk van een volkssport is dat je die kunt bedrijven met een heel klein beetje geld of zelfs zonder geld. Voor het beoefenen van vinkenslag had je vroeger een in het wild gevangen vink nodig, maar dat mag al lang niet meer. De sport wordt enkel bedreven met in gevangenschap geboren vink. Tilburg telde vroeger veel vinkeniers. Je vond ze met name in het zuidelijke deel van de stad, waaruit de invloed van gene kant van de meet blijkt. De volkssport was ook populair in grensdorpen als Goirle en Hilvarenbeek.

Het tellen van het aantal riedeltjes van een vink als sport is in de late Middeleeuwen in Vlaanderen ontstaan en verspreidde zich naar Nederland en delen van Duitsland. In 1936 werd vinkenslag in Nederland verboden en in 2002 weer toegestaan. In dat jaar was Vogelvereniging De Vink de eerste club in Nederland die weer een vinkenconcours organiseerde. De wedstrijden tussen medio april tot eind juni trokken steeds een stuk of twintig deelnemers.

Mieke Pap

Om vinkenslag te spelen konden ze ook terecht net over de grens, onder meer in het onder Tilburgers altijd al populaire Poppel - waar Mieke Pap met haar goedkope pintjes lonkte. Hoe het tegenwoordig met de vinkenwedstrijden is gesteld is bij schrijver dezes niet bekend. In Vlaanderen leeft de traditie nog tot en met. Veel meer dan Nederlanders - en Brabanders - ontlenen Vlamingen hun identiteit aan volkscultuur.