Net als vrijwel iedereen geniet brandweerman Bram van der Burgt van de Piushaven en het Wilhelminakanaal. Hij vaart er regelmatig met zijn motorbootje: “Hartstikke mooi gebied geworden”. Hij is er ook professioneel blij mee, want kanaal en haven zijn een onuitputtelijke bron van bluswater. “We kunnen met pompen en leidingen kilometers overbruggen om branden met kanaalwater te blussen.”
Tekst: Robert Dölle
Foto: Eva Mols
Maar het water heeft ook een donkere kant. “Regelmatig krijgen we alarm omdat iemand een hoopje kleren langs het water vindt en niemand ziet zwemmen. Dan gaan we op zoek. Gelukkig is het vaak loos alarm, maar soms is het goed mis.” Hij herinnert zich nog heel goed dat begin deze eeuw een auto met vier mensen onder de geopende hefbrug van de Bosscheweg het kanaal inreed. “Gelukkig konden we iedereen redden.“
Het eigen Tilburgse duikteam is tien jaar geleden wegbezuinigd. Nu zijn er alleen nog zogeheten oppervlakteredders. “Voor reddingen onder water moeten we Breda of Den Bosch bellen. Jammer, maar ook een teken dat er gelukkig niet zo heel veel misgaat langs het water,“ zegt Van der Burgt, plaatsvervangend ploegchef op de post Vossenberg.
Zuiging
Honderd jaar geleden kenden de Tilburgers alleen ondiepe vennetjes en beken. Dat het Wilhelminakanaal ruim twee meter diep is, beseften mensen toen niet goed. Bij mooi weer waren er opvallend veel verdrinkingsgevallen. De onderste, koude laag water kan ongeoefende zwemmers verrassen, maar ook de zuiging van een passerend schip. Aan de Piushaven wil het nog wel eens misgaan, als mannen na het uitgaan langs het water wildplassen. “Eén misstap en ze liggen in het koude water. Dan vinden we zo iemand met de gulp nog open. Tragisch.”
Dumpplaats
Helaas dient het kanaal regelmatig als dumpplaats voor gestolen auto’s, fietsen en drugsafval. Dat is dan werk voor politie en bergers. “En stapels met reclamefolders, die vinden ze ook regelmatig.”