We zitten weer midden in een hittegolf. Met temperaturen boven de 30 graden zijn we op dit moment het warmste land van Europa. En over het algemeen hoor je mij niet klagen - alhoewel, ik hou wel enórm van klagen over alles en niks - maar nu wordt het wel héél heet.

Afgelopen zaterdag stond ik te dansen op een festival in het Leijpark. Onder een boom. In de schaduw. En wanneer ik niet aan het dansen was, stond ik uit te puffen, omdat ik het gewoon niet meer uit kon houden in de verfikkende zon. En dat zegt wat. Want ik ben een zonaanbidder. Als het kon zou ik de hele dag liggen te bakken, totdat je mij niet meer herkent omdat ik zó bruin ben geworden en mijn haren zó wit. Een combinatie die er ronduit debiel uit ziet, maar wat geeft het?

Ik was afgelopen zaterdag net een paardje: die rollen ook in het zand wanneer ze het te warm hebben. Ik rolde ook in het zand, omdat ik dan in ieder geval niet zou verbranden. Zonnebrandcrème zweette namelijk echt binnen drie seconden van mijn gezicht af.

Het voordeel is wel dat het in juni al voelt als vakantie. Dat de zomer al heerlijk naar mijn bol stijgt. De angst die ik daarbij wel heb is dat het in juli en augustus niet meer zo warm gaat worden, omdat we de enige twee goede weken die ons ieder jaar gegund zijn, nu al hebben gehad. En dat is nou net de periode dat ik vrij heb en daadwerkelijk kan genieten van het zonnetje.

Ik moet ook eigenlijk niet zeiken en zeuren. Ik zou moeten zingen van blijdschap, want vorige maand was ik nog half depressief vanwege alle regen. Mei gaf ons niets, juni geeft ons alles. Nu vooral duimen dat juli en augustus ons nog meer geven.