We waren onder andere al eens in New York, op Rhodos, in het Spaanse Calella en aan de Turkse kust maar deze zomer blijven we lekker thuis. Op vakantie naar Achtertuinië dus. En aangezien we in Nederland steeds meer het klimaat van de Franse Dordogne lijken te krijgen, is dat verre van een straf.
Op het Pieter Vreedeolein kun je bovendien temidden van reusachtige palmbomen een terrasje pakken, dus qua tropische beleving gaat er ook niets boven Tilburg. Heerlijk met een koel drankje genieten en je vooral niet al te druk maken of overmatig inspannen: dat is tegenwoordig mijn manier van vakantie vieren. En als Nederlands kampioen op de 500 meter ’achteruit liggen’ heb ik een naam hoog te houden natuurlijk!
Er waren echter ook tijden dat ik voor actieve vakanties koos. Meerdere zomers deed ik dat als lid van het entertainmentteam op bungalowparken in binnen- en buitenland. Kost en inwoning plus zakgeld en tussendoor veel sporten, leuke mensen leren kennen en vakantie vieren: dat was voor mij de ideale mix.
Met studiemaat Jasper was het survivallen geblazen in Luxemburg. Met beste vriend Michael ging ik onder meer mountainbiken in Frankrijk en zelfs catamaranzeilen op Texel. Daar aangekomen bleek de ’volledig ingerichte tent’ die ons door het reisbureau was voorgespiegeld in werkelijkheid een heel vies spinaziediarreegroen tentje te zijn met daarin enkel twee dunne yogamatjes, een eenpits-gasbrandertje, een zaklamp en een kaars. En dus aten we iedere dag in een ander restaurant. Een onvoorziene kostenpost, maar ach: we hadden weer een grappig verhaal te vertellen. En het verging ons altijd nog beter dan de groep vakantiegangers naast ons die een weekje parachutespringen hadden geboekt. Want dat gezelschap dunde iedere dag verder uit: steeds kwam er weer iemand met krukken de camping opgestrompeld met een gebroken enkel of been...
Dan hadden wij het toch beter getroffen met onze bijna net zo stoere catamaran. We behaalden uiteindelijk ons diploma (en mogen daarom nog altijd zelfstandig de zee op - tot windkracht 4 - maar beter is dat we dat niet doen). Want dat had wel wat voeten in aarde. Wij kregen namelijk les van de minst ervaren instructrice en leerden daardoor minder snel dan de bedoeling was. Maar dat merkten we pas tijdens ons ’examen’ dat werd afgenomen door de hoofdinstructeur. Die vond dat we - en nu gooi ik er even wat catamaran-jargon tegenaan - de ’tell tails’ van onze zeilboot niet goed ’lazen’ en wilde ons eigenlijk laten zakken. Na licht protest en na drie keer te zijn omgeslagen, hengelden we toch ons certificaat binnen! Met de hakken over de Waddenzee dus...
Ron van Kuijk, hoofdredacteur Stadsnieuws Tilburg