Kolveniersgilde Sint Dionysius uit Tilburg schiet dit jaar op 27 augustus weer om de koningstitel, een driejaarlijkse traditie die ook nog in deze tijd een plaats heeft. Een woordvoerder vertelt: ”Dikwijls hoort men de opmerking dat gilden een overblijfsel uit een verleden tijd zijn, uit een tijd die niet meer te plaatsen is in deze maatschappij. Toch bewijst kolveniersgilde Sint Dionysius, samen met het gilde van Sint Joris en Sint Sebastiaan dat het gildewezen van alle tijden is, zeker als dat aangepast wordt aan de tijd zonder het wezen van de gilden aan te tasten. Daardoor hebben de gilden, soms al meer dan 500 jaar, nog steeds een plaats in Zuid-Nederland.”

Kolveniersgilde Sint Dionysius is in 1665 opgericht door protestante burgers uit Tilburg. In de eerste plaats is het gilde een vereniging van mensen die volledig achter de traditionele doelstellingen van bescherming van de ’auter en herd’ staan. Veel van die taken zijn overgenomen door de overheid, maar toch vindt het gilde taken die nog overblijven. De maatschappelijke betrokkenheid blijkt uit de vele acties die gilde Sint Dionysius in het verleden heeft gehad om op kleine schaal sociale projecten te ondersteunen zoals acties voor onder andere de Daniël den Hoedt kliniek, Stichting Rena, Stichting Leergeld, Pater Poels en de Vincentiusvereniging. Daarnaast luistert het gilde, samen met Sint Joris en Sint Sebastiaan, tal van stedelijke evenementen op zoals deelname aan de jaarlijkse dodenherdenking op 4 mei in het Vredespark. Binnenkort gaan de gezamenlijke gilden (Tilburg Stad) hun diensten, op verzoek van de gemeente Tilburg, aanbieden bij ’gemeentelijke begrafenissen’.

Koningschieten

Sint Dionysius houdt op 27 augustus dus het driejaarlijks koningschieten. Tijdens deze hoogtijdag wordt geschoten om de hoogste titel in het gilde. De gildebroeder die het laatste stukje van de houten koningsvogel afschiet mag zich drie jaar lang gildekoning noemen en representeert het gilde bij tal van gebeurtenissen.

Het koningschieten vond vroeger plaats op de zogenaamde ’kermismaandag’, traditioneel de dag dat de jaarmarkt gehouden werd en er dus tal van feestelijke evenementen in de stad waren. Beroemde kunstenaars als Pieter Breugel hebben de sfeer rondom het koningschieten in prachtige schilderijen vastgelegd. De oude datum van de Tilburgse kermis was het laatste weekend van augustus en het is ook daarom dat de gilden de laatste zondag van augustus als dag van het koningschieten hebben aangehouden.

Boze geesten

Om 12:00 uur wordt de dag ingezet met een lunch voor de gildebroeders van de Tilburgse gilden op het terrein aan de Grootvenstraat. Om 11.40 uur begint de optocht: driemaal om de schutsboom heen. Deze omtrekkende beweging is een van de tradities die bij het koningschieten horen. De bedoeling hiervan is om de gildebroeders de boom te laten inspecteren en de boze geesten te verdrijven.

Na de rondgang om de schutsboom wordt de houten koningsvogel op de 18 meter hoge schutsboom geplaatst. Met een drietal schoten op de koningsvogel geeft wethouder Esmah Lahlah om 14:30 uur de boom vrij en daarmee toestemming om het koningschieten te houden. Ook de vertegenwoordiger van de kerkelijke overheid, kapelaan Harm Eskens, mag drie ereschoten lossen.

Koningsbier

De ervaring heeft geleerd dat ergens tussen de 100 en 150 schoten de meeste koningsvogels zijn gevallen. De gildebroeder die het laatste stukje van de houten koningsvogel afschiet wordt, na beraad, tot koning uitgeroepen. Het officiële gedeelte van diens installatie wordt afgesloten met een vendelgroet door de vendelier.Daarna volgt een informele receptie. De dag wordt afgesloten in het gildehuis waar de koning het zogenaamde koningsbier aanbiedt aan de gildebroeders en andere genodigden.