15 augustus 1945: na de atoombommen op Hiroshima en Nagasaki capituleerde Japan. Daarmee kwam een einde aan de Japanse bezetting van Nederlands-Indië en herkregen de gevangenen hun vrijheid – zou je denken. Maar het liep anders: de Japanse soldaten moesten de Nederlandse onderdanen in de Jappenkampen nu beschermen tegen fanatieke Indonesische nationalisten. Immers, op 17 augustus riep Soekarno de onafhankelijkheid van de Republiek Indonesië uit.

Tekst: Gerard Sanberg

Foto’s: Gert-Jan Remmers/Nononsens

Afgelopen dinsdag werd ook in Tilburg dit einde van de Tweede Wereldoorlog in Azië herdacht. Dat is minder vanzelfsprekend dan het lijkt: pas in 1999 werd dit feit voor het eerst officieel herdacht. Nu is er zowel de nationale herdenking in Den Haag als lokale herdenkingen in zo’n 50 plaatsen in het land. Voor de mensen die het betreft betekent dit veel.

Geef de herinnering door

De plechtigheid in het Vrijheidspark gaat gepaard met veel ceremonieel vertoon en is zeer indrukwekkend, vooral ook door de persoonlijke getuigenissen van enkele sprekers. Maar eerst wordt het banier door de erewacht binnengebracht en in de standaard geplaatst. Dan spreekt de voorzitter over het einde van de Tweede Wereldoorlog voor het Koninkrijk der Nederlanden en dat het bij deze herdenking gaat over alle slachtoffers van de oorlog tegen Japan en de bezetting door Japan. Dat zijn er vele duizenden, en: “Deze herdenking is van groot belang: geef de herinnering door aan de nieuwe generatie.”

Nummer tien werd geëxecuteerd

In haar toespraak herhaalt locoburgemeester Esmah Lahlah dat: “Het gaat om alle slachtoffers en is van groot belang voor de twee miljoen mensen in Nederland die op een of andere manier dit Indische verleden delen.” Na Esmah vertelt Ellie Hoed van de Stichting Gastdocenten WO-ll, hoe bij haar thuis dit verleden opdook: “In verhalen die mijn vader bijna terloops vertelde. Dat in het Jappenkamp een kip was gestolen. Als straf werden de gevangenen op de appélplaats in een rij gezet. De Japanse officier telde af en nummer tien werd ter plekke geëxecuteerd. Ik was nummer negen.” Ze herinnert zich dat haar vader vervolgens gewoon doorging met waar hij mee bezig was en zij zich als kind eigenlijk niet realiseerde dat hij er dus bijna niet meer geweest was. “Mijn vader dankte God elke dat hij het overleefd had.”

Waarom die honger, die angst?

De Tilburgse Nelly Milamé werd in 1937 geboren in Djokjakarta, Nederlands-Indië. Ze is voor het eerst bij deze herdenking en dat spijt haar: “Het heeft mij geëmotioneerd, echt aangegrepen en ik heb spijt dat ik er niet eerder heen ben gegaan. De herinneringen komen terug. Ik was vijf toen de Jappen kwamen. Met mijn moeder kwam ik in het kamp. Ach, als kind heb je het niet zo in de gaten. Waarom heb je honger? Waarom die angst? Je weet niet.” Ze was tien jaar toen ze uit het kamp kwam en moest naar de eerste klas van de lagere school, want ja: ‘We hadden natuurlijk geen les gehad, al die tijd.”