In deze tijd van vakantiereizen, nodigen we de lezers van deze rubriek uit om een wereldreis te maken vanaf de Bredaseweg. Deze begint niet in een reisbureau of een studentenhuis met bewoners van ’all over the world’ (een bietje Tilburger spreekt tegenwoordig een heel eind over de grens), maar aan de achterzijde van het voormalige klooster van de Rooi Harten.

Dit imposante Missiehuis tegenover de watertoren werd in 1890 in gebruik genomen. In 2012 werd het verkocht en kreeg het een nieuwe bestemming. In het klooster kwamen appartementen, in de tuin woningen en zelfs huisvest dit rijksmonument het veelbesproken en nog steeds enige Tilburgse éénsterrenrestaurant Monarh. Dat zit, opvallend bescheiden voor zo’n restaurant, op de hoek van het Rooi Harten-gebouw.

Als je daar de hoek omgaat en naar de achterzijde doorloopt, dan zien je meteen links tegen de achtermuur van het vroegere klooster een unieke wereldkaart die we zonder overdrijving een Tilburgs erfgoedpartje noemen. Deze kaart laat zien waar de missiepaters van de Rooi Harten ooit als ontwikkelingswerker aan de slag zijn geweest. Rode lijnen lopen naar Brazilië, de Filipijnen, Micronesië, Indonesië, de Molukken, Nieuw-Guinea en Maleisië. Het mooie is dat de lijnen vertrekken vanuit Tilburg; voor één keer is deze hele gewone, maar wel toffe stad het centrum van de wereld.

Uitsterven

Deze landkaart vertelt het kleurrijke verhaal van de Missionarissen van het Heilig Hart. Oorspronkelijk droegen de broeders en de paters als herkenningsteken een rood (teken van liefde voor de medemens) hart op hun toog. Tilburgers, die van nature liever niet hun tong braken over wijdlopende benamingen, maakten daar de ‘Rooi Harten’ van. De congregatie werd in 1854 gesticht door de Franse kapelaan Jules Chevalier. Nu de Rooi Harten aan het uitsterven zijn, zijn er leken die zich door hen geïnspireerd voelen en dat onder de naam ‘Chevalierverbondenen’ in de praktijk brengen.

In 1882 kwamen de Rooi Harten naar Tilburg. Ze begonnen in een oude textielfabriek aan het Wilhelminapark, om dan in 1880 het klooster aan de Bredaseweg te bouwen. Als je toch bij dit gebouw een kijkje neemt, werp dan ook eens een blik op het natuurstenen reliëf boven de ingang. Het werd in 1933 door de Tilburgse bevolking geschonken ter ere van het feit dat de Rooi Harten een halve eeuw in Tilburg waren gevestigd. Het reliëf stelt voor hoe een missionaris naar de missie vertrekt. Hun wereldreis begon altijd aan de Bredaseweg. Waar ze naar toe uitvlogen, dat kun je zien op de wereldkaart.

Volks

En die missionarissen waren heel dikwijls Tilburgers. In totaal gingen vanuit Tilburg 703 mannen elders in de wereld aan de slag als katholieke ontwikkelingswerkers. Van hen waren 115 Tilburger. Dat was gewoon erg veel. De Rooi Harten waren hartstikke populair in Tilburg. Dat had vooral te maken met het volkse karakter van de congregatie. Rooi Harten werden in de regel niet geworven onder de zonen van doktoren en advocaten, maar onder boeren en (textiel)arbeiders). Ze deden ook veel aan missiewerk om hun eigen werk onder de aandacht te brengen. De sterke verhalen van de stoere bebaarde paters maakten indruk. In feite traden zij op als handelsreizigers, het onderwerp van deze Prent van Cees Robben van 1 februari 1985.

Verschillende Tilburgse Rooi Harten leverden uitzonderlijke prestaties. Heel vaak waren ze zeer geïnteresseerd in de cultuur en de taal van de oorspronkelijke bewoners in verre gebieden. Ze legden die vast in boeken. Pater Cees Meuwese (1906-1978) ontdekte zelfs een nieuwe rivier in Nieuw-Guinea. Pater Henri Rutten (1873-1904) moest zijn bevlogenheid met de dood bekopen. Hij werd op zijn missiepost in Nieuw-Guinea met zijn eigen geweer doodgeschoten. Naar deze missionaris van de Rooi Harten is in Tilburg een straat genoemd.