Ik kom er niet vaak, maar een bezoekje aan de Milieustraat levert eigenlijk altijd veel irritatie/inspiratie op voor een column. Allereerst moet ik zeggen dat het een tijdje terug ingevoerde afsprakensysteem werkelijk een geschenk uit de hemel is. Waar er eerst vaak al een file stond vanaf de Dongenseweg heerst er nu - in vergelijking met de oude situatie - een oase van rust aan de Albionstraat.
Tot zover de tevredenheid. Want vorige week was het weer eens zover. Bij mijn schoonouders stonden de schuttingen na een paar stormen haast op omvallen, dus die werden vervangen. De planken en balken van de neergehaalde erfafscheiding moesten worden afgevoerd en daar hielp ik graag aan mee. Aanhangertje gehuurd, hout erin, net erover en hop: met schoonvader richting de Milieustraat.
Het sloophout mocht gratis worden aangeboden, dus dat viel al mee. Bij aankomst werden we naar de tuinhoutcontainer gedirigeerd. Daar was helemaal niemand zoals het op het hele platform bijzonder rustig was. Schoonvader wilde de aanhanger achteruit tot vlak bij de container rijden, maar dat feest ging niet door. Een blauwe strook van een meter of tien breed voorkwam dat. ”Die blauwe strook is bedoeld voor voetgangers. Daar mogen absoluut geen voertuigen in staan!”, zo liet een medewerkster ons weten. ”Ja maar: er is helemaal niemand.” Maar nee hoor: regels bleken weer eens regels.
Dus wij aan de slag. Tot het moment dat mijn schoonvader (die nog maar één long heeft) voorovergeboven stond uit te puffen na al dat (extra en onnodige) gesjouw. ’De blauwe zee’ was nog immer helemaal uitgestorven en dat bleef zo. ”Gaat het wel meneer?”. Schoonvader: ”Nou, niet echt! Als ik nou die aanhanger wat dichterbij zet, zijn we veel sneller klaar.” ”Nee, dat mag niet. Dan laat u uw schoonzoon maar wat meer doen.” Tot zover het meedenken en de klantvriendelijkheid op de Milieustraat. Om over meehelpen nog maar te zwijgen. Maar u moest eens weten hoeveel medewerkers er een vorige keer kwamen helpen toen een knappe kortgerokte blondine van haar rotzooi af wilde...
Daarna had ik nog een matras. Dat ging in de matrassencontainer. Ik was inmiddels zo over de emmer dat ik er nog vier tuinkussens bij legde. De voortdurend naar overtredingen spiedende medewerkster keek toch even niet en dat zijn ook een soort matrasjes, hield ik mezelf voor. Ik wist wel beter natuurlijk. Maar nadat ik opgetogen de zeecontainer uitliep, hoorde ik haar al: ”Wat zijn wij aan het doen? Die stoelkussens mogen hier niet in. DIe moeten bij het restafval in baan 3!”
Dus wij naar baan 3. Slagboom door, op een weegbrug met vier hele tuinkussens. Dat kostte uiteindelijk liefst 1,25 euro. Maar goed: we waren wel van onze rommel af en weer een column rijker.
Ron van Kuijk, Hoofdredacteur Stadsnieuws Tilburg