Hoogtepunten van de Brabantse cultuur zijn de optochten, de stoeten en de parades. Tilburg heeft er zelfs een eigen woord voor: opstoet, wat dubbel plezier suggereert. Als Brabantse stad doet Tilburg volop mee met deze cultuur. Denk aan de onvolprezen carnavalsoptocht die we zonder een greintje twijfel als een van de mooiste van Brabant aanwijzen. Of wat te denken van de Tilburgse Sterrentocht. Deze werd in januari jongstleden voor de eerste keer gehouden en was meteen een succes. Op 6 januari 2024 trekt de tweede editie door de binnenstad.

Op Brabantse schaal zijn het bloemencorso van Zundert en de Brabantse Dag in Heeze ware hoogtepunten van die typisch Brabantse lust om naar buiten te treden, je te manifesteren, verkleden, theater, dans en spel. Het zijn geweldige publiekstrekkers. In Zundert waren zondag 3 september 50.000 mensen getuige van deze staaltjes van bloemrijke kunst. En in Heeze trok de Brabantse Dag op 27 augustus 40.000 bezoekers – met daarbij de kanttekening dat het geen al te best weer was. En dan toch zoveel volk!

Eureka

Al die mensen in Heeze zagen zestien groepen aan zich voorbijtrekken. Het thema dat door de in totaal tweeduizend acteurs werd uitgebeeld was ‘Eureka’. Ze beeldden bijzondere uitvindingen uit die ooit door inwoners van het hertogdom Brabant zijn gedaan. Zo zagen de toeschouwers wagens aan zich voorbijtrekken met als onderwerpen de uitvinding van het gipsverband (een arts uit Budel), de Praline (ja, ja, een Brabantse uitvinding) en zelfs de Body Mass Index, het bekende BMI dat tegenwoordig vrijwel iedereen iets zegt omdat het te maken heeft met overgewicht. Voor de volledigheid: BMI is bedacht door Lambert A. Quetelet, de Praline door Jean Neuhaus.

Een van de zestien praalwagens met totaaltheater stelde een uitvinding van de Tilburger Frans Donders centraal: de correctie van oogafwijkingen. Denk daarbij aan bijziendheid, verziendheid en het verschijnsel van de achteruitgang van het zicht naarmate je ouder wordt. Frans Donders is de grondleggen van de moderne oogheelkunde in Nederland. Zijn bijdrage aan de mensheid werd uitgebeeld door middel van enorme lenzen die langs- en over elkaar bewogen. Franciscus Cornelis Donders (1818-1889) was niet alleen een leeftijdgenoot van Peerke (1809-1887), de bekendste Tilburger, hij was zelfs familie. Álle Dondersen zijn familie van elkaar, ook ‘Royke’. De naam is in de zeventiende eeuw ontstaan toen een zekere De Beer uit Oost-Tilburg – dat is Oisterwijk - zijn kinderen ‘Donders’ (donderstralen) noemde.

Gedenkteken

Frans Donders en Peerke Donders hebben het alle twee tot een grote bekendheid gebracht. Ze behoren tot de weinige Tilburgers die buiten de stad een gedenkteken hebben gekregen (daar komen we nog een keer op terug). In Utrecht staat een in 1921 onthuld monument van de man die het als een van de heel weinige Tilburgers in die tijd tot professor schopte. Dan tellen we de ‘professor’ op deze Prent van 8 juni 1983 natuurlijk niet mee. In de man op de Prent die de hooggeleerde heren de vraag stelt over ‘dôod gaon’ herkennen we niemand minder dan de meester van deze Prent, Cees Robben.

Bijzonder is dat de geboortehuizen van Peerke en Frans er nog staan, met dien verstande dat de woning waarin Frans Donders het levenslicht zag origineel is, terwijl dat van Peerke een replica is uit 1933. Het is wel een natuurgetrouw kopie die ons nu in staat stelt zich een beeld te vormen van de miserabele omstandigheden waarin de meeste voorouders der Tilburgers moesten leven. Het geboortehuis van Frans Donders, Nieuwlandstraat 44, laat de andere kant van de maatschappelijke ladder zien – een zeer bemiddelde familie. Op een gevelsteen boven de voordeur schreef Nicolaas Beets: ‘Op den 17ste van den Bloeimaand (mei red.) des jaar O.H. (Onzes Heren red.) MDCCCXVIII (1818 red.) werd Franciscus Cornelis Donders in deze woning geboren.’