Lekker zonnetje. Fris briesje. Het was goed toeven op het terras van Stadsbrouwerij 013 in de Piushaven. De gedachte aan een koud biertje verhoogde daarbij de vreugde. Om die sfeer nog verder op te voeren leek het mij een goed idee om ook daadwerkelijk een biertje te bestellen en op te drinken.

Ik had zin in een IPA. Voor de niet-bierkenners: dat is de afkorting voor India Pale Ale, een speciaalbier met een extra hoppige smaak en een bleke kleur. De ober raadde mij de Rooie Stien aan. ‘Als ge ‘n echte Tilburger bent, kende d’r wel,’ aldus de ober. Ik knikte. Ja, Rooie Stien kende ik wel.

Rooie Stien was een markante oudere vrouw die nogal aanwezig was in het Tilburgse straatbeeld. Ze kon schelden als geen ander, maar ze was vooral bekend vanwege haar handtas. Daar zou namelijk een baksteen in zitten en als je niet uitkeek, dan sloeg ze je daarmee. Gewoon, zomaar. Dat waren althans de verhalen die ik als jongetje hoorde. Ik was doodsbang voor haar.

Tijdens een avondvierdaagse, ik was 11 jaar, zagen mijn vriendjes en ik Rooie Stien lopen. Ik hield haar goed in de gaten, maar toch was ze plots uit mijn zicht verdwenen. Een moment later greep iemand naast mij onverwachts mijn hand. Ik draaide mijn hoofd en keek recht in de ogen van Rooie Stien. ‘Zo, nu gaan wij fijn samen een stukje lopen,’ zei ze. Ik wist niet wat ik moest doen. Ik kon alleen maar naar die handtas aan haar zijde staren. De wandeling was van korte duur, want na een paar meter rukte ik mij los en rende hard weg. Ik moet van schrik zo bleek zijn geweest als een IPA.

Ik las dat Rooie Stien in 2002 is overleden en dat haar echte naam Christina Jansen-Quinten was. Ze zal nooit kwade bedoelingen hebben gehad, denk ik. Voor zover ik weet heeft ze nooit iemand geslagen, laat staan met haar baksteentas. Dus hef ik het glas en drink op haar. Proost, Stien, je was en bent een Tilburgs icoon.