Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden in Nederland meer dan negenduizend boerderijen verwoest. Na de oorlog werd snel een begin gemaakt met de wederopbouw van deze boerderijen want Nederland moest worden gevoed – al at men in het begin alleen nog maar een ‘boterham met tevredenheid...’
Boerderijen die hersteld werden, werden Wederopbouwboerderijen genoemd. Tilburg telde er zes: Dongensekanaaldijk 60, Groenewoudstraat, Nieuwe Lovensestraat 313 en de huisnummers 2,4 en 6 aan de Broekstraat. Dit zijn de oorspronkelijke adressen, want het kan zijn dat er in de loop van de tijd iets mee is geschoven. Dat is in ieder geval niet gebeurd met de Wederopbouwboerderij, Broekstraat 4.
Bij die boerderij staan we stil en we serveren er de Prent van Cees Robben van 19 juni 1970 bij. De Broekstraat ligt in Moerenburg, van zichzelf al een groen monument met een paar bijzondere historische objecten. Achter de Waterzuivering Oost, maar liefst negen rijksmonumenten bij elkaar, ligt het in Cortenstaal uitgevoerde silhouet van Huize Moerenburg. Als je over de draaibrug (ook al een bijzonderheid) langs Zomerlust (ja, óók een bijzonderheid) de Oisterwijksebaan volgt, dan maakt deze buitengebiedweg een haakse bocht naar rechts.
Pietje Kru
Je kunt daar rechtuit een zandpad volgen. Nou, over dit zandpad trok de Franse generaal Jean-Charles Pichegru (bijgenaamd Pietje Kru) met zijn leger op naar Den Bosch waarvan de belegering op 22 september 1794 begon. Op 9 oktober capituleerde de stad. We volgen nog efkes de Oisterwijksebaan - wéér een haakse bocht, nu naar links. Hoe die daar ooit in zijn gekomen? Joost mag ’t weten. Nog vóór manege Hooijen - overigens opgericht in 1957, dus ook wel te beschouwen als Tilburgs erfgoed - staat rechts boerderij Broekstraat 4.
Stap hier eens af van de fiets en ontwaar tegen de gevel een merkwaardige gevelsteen. Je ziet een leeuw die uit de vlammen herrijst. Extra bijzonder, misschien mogen we zelfs het modewoord bizar gebruiken, is dat deze leeuw een afbeelding is die tijdens de bezetting werd gebruikt. Vrijwel alle wederopbouwboerderijen bezitten zo’n gedenksteen. Interessant is de nuancering ‘vrijwel alle’ omdat de eigenaren van een Wederopbouwboerderij de tegel zelf moesten betalen. Sommige boeren hadden er het geld niet meer voor of ze wilden zich door de zuinige overheid geen plaquette in de maag laten splitsen.
Tweeledigheid
De meeste boerderijen gingen aan het eind van de oorlog verloren, met name in Brabant, Limburg, de Betuwe en Oost-Nederland. Er zijn lijsten van en als je die bekijkt zie je dat er in Berkel twee boerderijen zijn herbouwd en in Udenhout acht. Ter vergelijking, in Alphen waar zeer zware strijd is geleverd moesten 29 boerderijen worden hersteld, in Goirle dan weer drie. De meeste Wederopbouwboerderijen zijn gebouwd in de periode 1940-1955. De boerderijen worden gekenmerkt door een merkwaardige tweeledigheid: enerzijds moest er gewoon mee geboerd worden en symboliseren ze het begin van de modernisering van de landbouw die daarna tot aan de dag van vandaag onstuitbaar is gegroeid – pas nu staan we op een keerpunt. Anderzijds droegen deze Wederopbouwboerderijen bij aan de vorming van de naoorlogse identiteit.
Zo beschouwd zijn deze Wederopbouwboerderijen vrijwel onbekende (zeker in een stad als Tilburg die nauwelijks nog agrarische activiteit kent) oorlogs- en bevrijdingsmonumenten. Het is goed en interessant om ze eens voor het voetlicht te brengen, zeker nu we aan de vooravond staan van de bevrijding van Tilburg. Op 27 oktober, de geboortedag van Peerke Donders, is dat 79 jaar geleden.