De afgelopen weken van mijn leven waren vrij enerverend. Ik heb amper tijd gehad om met mijn ogen te knipperen, zó veel leuke feestjes waren er. Misschien komt het door mijn jaartje in het buitenland, maar ik hou van Latin. Maar ook van Caribische muziek, van Dancehall en Afro. Alles waar je een beetje lekker op kunt bewegen, waar de heupjes van gaan wiegen. En altijd zei ik: “Nahh, in Tilburg vind je dit niet echt. Tenminste niet écht.” Boy, was I wrong.
Normaal gesproken ga ik voor festivals de stad uit. Zeker als het om dans-feestjes gaat. Maar ik heb ontdekt dat Tilburg de perfecte stad is wat dat betreft. Afgelopen zomer ontdekte ik op een Tilburgs festival dat de mainstage helemaal niet zo interessant is en dat juist de kleine podia sfeervol zijn. En ook al was ik vrij dronken, ik heb de naam van de DJ’s onthouden.
Zo ben ik bij een feestje in Poppodium 013 geweest, waar een van die artiesten achter de booth stond. In een zaal die normaal heel saai en kil is, maar die door de mensen heel fijn en kleurrijk werd. En afgelopen vrijdag liep ik nonchalant door de stad, toen ik door de muziek naar binnen werd getrokken. En dat op de Korte Heuvel. In een kroeg waar ik normaal nóóit kom omdat ik de sfeer zo ongezellig vind.
Wat blijkt? Ik vind de sfeer in een kroeg meestal niet ongezellig, maar de mensen. En de muziek. Mij maak je nou eenmaal niet blij met Nederlandstalig. Of met Top 40. Mij maak je intens blij met Mediterraanse muziek. Ik wil eigenlijk altijd de zomer naar Brabant halen. La vida pura, maar dan in Tilburg.