Een bruiloft kost geld. Veel geld. Maar ook regelen. Heel. Veel. Regelen. Voor deze controlefreak is dat aan de ene kant onwijs leuk en aan de andere kant extreem stressvol. Mijn toekomstige man hoeft namelijk alleen maar (samen met mij natuurlijk) af te rekenen, dus alle verantwoordelijkheid voor hoe die dag eruit komt te zien, ligt bij mij.

Is de decoratie niet mooi? Mijn schuld. Is het bier of de wijn niet lekker? I am to blame. Maar zodra alles wél goed is, is het ook mijn pareltje. Dan is het míjn bruiloft uiteraard. En mijn man mocht er toevallig bij zijn. Leuk voor hem.

Vorige week zaten we bij een BABS: een Buitengewoon Ambtenaar van de Burgerlijke Stand. Een chique benaming voor degene die je trouwt en een woordje voor je doet tijdens de ceremonie. Iets wat – zeker gezien de laatste vier bruiloften die ik heb meegemaakt – heel belangrijk is voor de sfeer op je bruiloft. Cruciaal zelfs. Is het een zweverig type, dan krijg je een spirituele ceremonie. Is het een dramatisch type, dan wordt het een hysterische bedoeling. Mijn wederhelft en ik hadden van tevoren al afgesproken dat het in ieder geval geen al te serieus persoon mocht zijn, want dat zijn wij ook niet.

Toen we de BABS vertelden over het aanzoek konden we er natuurlijk niet onderuit dat ik extreem dronken was de nacht voordat we naar Valkenburg vertrokken en ik die ochtend een bizarre kater had. En dat we tijdens de rit naar Zuid-Limburg drie keer moesten stoppen. Om een tussenstop te maken zullen we maar zeggen.

Toen hij reageerde met: “dus ik mag tijdens de ceremonie vertellen over zijn belabberde rijkunsten, gezien het feit dat je zó vaak moest stoppen onderweg”, wist ik dat dit onze man was. Precies mijn soort humor: mijn vent afzeiken. Mooi. Weer een vinkje op onze lijst.