In mijn eerste periode bij Stadsnieuws vierden we met de kinderen van het personeel een paar keer Sinterklaas op het kantoor aan de Ringbaan Noord. De kinderen vermaakten zich opperbest en gedroegen zich keurig dus daarmee hadden we niets te stellen; maar met de Sinterklazen die we over de vloer kregen des te meer…

Het ene jaar hadden we een Sinterklaas te gast die nauwe banden had met één van onze vertegenwoordigers. Sterker nog: het was zijn vader. Een mooie Sinterklaas was het wel. Maar - en dat vonden sommige kids nogal merkwaardig - hij sprak onvervalst plat Tilburgs: “Komde gè marres fèèn bè Siendereklaos op zene schôot zitte!” En dus kwam al snel de reactie: “Zo praat Sinterklaas normaal toch helemaal niet?” Ons antwoord: “Nee, maar hij is nu al een tijdje in Tilburg en dan ga je vanzelf zo praten…”

Dat ging allemaal nog net goed. Penibeler werd de situatie het jaar erop. Dit keer deed een andere Sinterklaas zijn intrede. En ondanks het feit dat hij het warme Spanje tijdelijk weer had verruild voor ons koude kikkerlandje gutste het zweet van zijn voorhoofd. Wellicht had ‘ie net Spaanse pepers gegeten. Hoe het ook zat: de snor en baard van de Goedheiligman begonnen steeds verder naar beneden te zakken.

Twee moeders probeerden in te grijpen. “Sinterklaas moet denk ik even plassen,” zei de een. “Kom maar Sint: dan gaan we even naar het toilet,” zei de ander. Sinterklaas zelf had echter nergens erg in en antwoordde monter: “Nee hoor, Sinterklaas hoeft helemaal niet te plassen! Sinterklaas is hier om cadeautjes uit te delen!”

De gulle gaven moesten toch echt even wachten. Sint werd onder zachte dwang naar het keukentje geleid, alwaar snor en baard provisorisch werden gefatsoeneerd. Daarna kon het grote Sinterklaasfeest weer doorgang vinden. Het beste nieuws was natuurlijk dat de aanwezige kinderen een traumatische ervaring van een Sint met een blotebillengezicht was bespaard.

De piet met de roe is al lang geleden afgeschaft. In de zak mee naar Spanje gebeurt ook niet meer. Allemaal om de tere kinderzieltjes te beschermen. Maar ondertussen vieren hele volksstammen tegenwoordig wél Halloween: een (kinder)feest dat bol staat van moord, doodslag, bloed en ander verderf. Heel eng allemaal. Nou, dan ga ik toch liever bij Sinterklaas op schoot zitten…

Ron van Kuijk, Hoofdredacteur Stadsnieuws Tilburg