Opeens had ik koppijn. Geen stekende, maar zo’n barstende. Ik vroeg me af of ik ziek was. Eigenlijk had ik verder nergens last van. Geen loopneus. Geen verhoogde lichaamstemperatuur. Geen hoest. Geen benauwdheid. Geen buikpijn. Nee, alleen maar hoofdpijn. Terwijl ik een paracetamol inslikte en naar mezelf in de spiegel keek, vroeg ik me af wat de pijn kon veroorzaken.

Was het stress? Nee, ik heb het redelijk druk, maar niets om onrustig van te worden. Te weinig slaap? Nee, prima nachtrust gehad. Had ik dan te weinig gedronken? Daar kun je immers, zoals de Duitsers het zo mooi zeggen, Kopfschmerzen van krijgen. Ik ging mijn stappen na: ’s morgens een glas melk, ’s middags een glas melk en een flesje Spa Rood, begin van de avond een herfstbokje. Wacht eens even. Ik realiseerde me dat ik de hele dag nog geen koffie op had.

Normaal gesproken drink ik na het ontbijt meteen een bakkie, maar vanwege laat opstaan en een drukke dag, was het daar niet van gekomen. Ook later op de dag had ik vreemd genoeg niet de behoefte gevoeld om koffie te drinken. Vreemd.

Meteen maar een kop koffie gedronken en, warempel, de pijn verdween. Wellicht kwam dat door de paracetamol die ik eerder had genomen, maar ik denk toch dat het de koffie was, of liever gezegd: de cafeïne. Ik had dus last van een ontwenningsverschijnsel. Kun je eigenlijk verslaafd raken aan cafeïne, vroeg ik me daarop af. Volgens de website van het Voedingscentrum niet, maar als je een paar koppen koffie per dag drinkt, dan went je lichaam aan de cafeïne. Als je dan dus van de ene op de andere dag stopt, dan kun je last krijgen van slaperigheid, spierpijn, depressiviteit, prikkelbaarheid, concentratieproblemen en dus hoofdpijn. Aha!

Het advies van mensen die er verstand van hebben: wil je stoppen met koffie, bouw het dan langzaam af. Minder per dag met kleine hoeveelheden. Zo, weer wat geleerd, en dan ga ik nu even een bakkie zetten.