Een schijngevecht met een denkbeeldige tegenstander. Hoe kun je daar nou Nederlands kampioen in worden? We vragen het aan Luuk Rutten (15), die afgelopen jaar Nederlandse- en Open Nederlandse titel KATA won. Prompt werd hij genomineerd voor het Tilburgs Sportgala in de categorie ‘jonge sporters’.

Tekst en fotografie: Theo van Etten

“Dat vond ik een hele eer, alleen jammer dat ik niet gewonnen heb,” is zijn reactie. Maar heel veel tijd om terug te blikken heeft de jonge maar zelfbewuste Tilburger niet. Drie keer per week traint hij op technieken als ‘shuto uke’, ‘mae geri’ of ‘neko ashi dachi’. Samengevoegd leiden die tot een schijngevecht met meerdere denkbeeldige tegenstanders, die uit verschillende richtingen aanvallen. De jury let daarbij op techniek, inhoud en atletisch vermogen (snelheid, kracht en lenigheid).

Focus en zelfbeheersing

Kata gaat om een besef van weerbaarheid en zelfverdediging. Dat is precies de reden waarom Luuk er ooit mee begon. “Toen ik een jaar of negen was, voelde ik mij onzeker. Ik wilde mentaal weerbaarder worden. Kata heeft mij daar enorm bij geholpen. Nu heb ik het gevoel dat ik mezelf kan verdedigen, mocht het ooit nodig zijn. Dat zal overigens niet zo snel gebeuren, want een gevecht aangaan doe je niet zo gemakkelijk. Daar worden wij ook op getraind. Misschien klinkt dat suf, want in films zie je altijd dat er hele mooie gevechten kunnen ontstaan. Maar jezelf beheersen is tien keer beter.”

Zelfbeheersing is een belangrijk elementen in de sport, legt Luuk uit. “We trainen onze conditie, kracht, snelheid, focus, discipline. Daarnaast leren we respectvol met elkaar om te gaan en voor elkaar op te komen.” Tijdens het gesprek loopt leraar Joost Franken even binnen. “Lukt het? Denk erom hè, alles draait om focus!” En weg is hij weer. Luuk: “Joost is mijn sensei en een hele belangrijke supporter. Hij coacht mij en wijst mij de weg, zodat ik wijze keuzes kan maken.” Omdat Luuk in de wedstrijdselectie is opgenomen, krijgt hij ook training van Samantha van Lokven. En dat is niet de minste. Afgelopen jaar werd zij wereldkampioen kata, nadat ze al tien keer Nederlands kampioen was.

Grote doelen, kleine stapjes

Luuk traint drie keer per week. Thuis gaat hij gewoon door met het oefenen van zijn kata’s. Aan de verre horizon gloren Europese en wereldse aspiraties. Maar nuchter als hij is, zegt hij: “Ooit begon ik met karate en ontdekte ik dat ik talent had. Dat sterkte mij, waardoor mijn motivatie om te trainen alleen maar toenam. Het mooie aan deze sport is dat je jezelf steeds beter leert kennen. Zowel mentaal als fysiek. Zo leer ik waar mijn grenzen liggen en hoe ik die kan verleggen. Maar plezier in mijn sport is misschien wel het allerbelangrijkste. Alles overziend denk ik dat ik best ver kan komen.”

Wat Luuk betreft verloopt zijn progressie in kleine stapjes, maar wel met heldere en haalbare doelen voor ogen. Dit jaar hoopt hij de zwarte band te halen. Ook wil hij proberen zich dit jaar te kwalificeren voor het EK U18. “Een behoorlijke stap, maar wel haalbaar. Dus ga ik er alles aan doen om dat doel te verwezenlijken. Aan de motivatie zal het niet liggen. Ik wil dit echt heel graag.”