Opeens moest ik aan Henny Vrienten denken. Misschien omdat het een jaar geleden is dat de Doe Maar-bassist op 73-jarige leeftijd overleed. Misschien ook omdat ik afgelopen zomer heb mogen opnemen in de studio waar Doe Maar zijn belangrijkste platen maakte.

Ernst Jansz richtte Doe Maar op in 1978 (overigens ook mijn geboortejaar, maar dat terzijde). De Tilburger Henny Vrienten was toen nog niet van de partij. Ernst Jansz en zijn kornuiten rommelden in die tijd maar wat aan en na twee jaar was de band al op sterven na dood. Toen de bassist ermee stopte, vroeg Ernst aan Henny of hij bij Doe Maar wilde komen spelen. Zijn antwoord was eerst nee, maar een paar maanden later zei Henny ja. Hij zat zelf namelijk ook op een dood punt.

Henny leefde al sinds zijn zestiende van de muziek. In de jaren zestig speelde hij in de Tilburgse beatband Les Cruches (Frans voor De Kruiken). Daarna had hij het solo geprobeerd, maar dat was mislukt. Hij kluste nu onder andere bij als sessiemuzikant in de Telstar-studio van Johnny Hoes (van de welbekende hit ‘Och was ik maar bij moeder thuis gebleven’).

De Telstar-studio in het Limburgse Weert stond vooral bekend om de smartlappen en levensliederen van artiesten als de Zangeres Zonder Naam en Eddy Wally, maar richtte zich inmiddels ook op popmuziek. Ontelbaar veel sterren namen er op zoals Herman Brood, Toontje Lager en dus ook Doe Maar. Met Henny Vrienten in de gelederen maakte Doe Maar in Weert de drie legendarische albums Skunk, Doris Day en 4Us. De rest is geschiedenis.

Afgelopen jaar besloten we met The Kik een levenslied-album te maken. Er was natuurlijk maar één plek waar we die konden opnemen: de Telstar-studio. In Weert ontving Adri-Jan Hoes, de zoon van Johnny, ons met open armen. We kregen vlaai en een rondleiding. Toen we in de grote opnameruimte stonden, voelden we de magie uit de muren druipen. We wisten meteen dat we op deze plek muziek moesten maken. En dat deden we. Het resultaat is Bal Populaire. Het is geen Doe Maar, maar voor mij niets minder dan legendarisch.