Door Paul Spapens

Ze komen terug…!

In oktober 1944 zagen we ze voor het eerst. De tanks rolden uit het Zuiden en Oosten de stad binnen. Ongelooflijk enthousiast haalden de Tilburgers hen in en ze liepen met hun sten in de aanslag. Van toen af gaven hun battle-dresses een heel ander beeld van onze stad.

Dit is de aanhef van een artikel in de Nieuwe Tilburgse Courant van 26 mei 1955. Op deze manier kondigde de krant de ‘Britse Dag’ aan die op 27 mei van dat jaar werd gehouden en die Cees Robben tot deze, op 28 mei 1955 gepubliceerde Prent inspireerde. Dat was de tijd waarin, in de slipstream van de geallieerden, het Engels langzaam in zwang kwam.

Babyboom-kinderen speelden in de tijd van het verschijnen van deze Prent ‘kojboj’, ze zeiden dreigend ‘hèndsup’ en vroegen ‘haawdoejoedoe?’ De Prent van Cees Robben geeft deze eerste Engelstalige probeersels, een curieuze mix van dialect en Engels, goed weer. Dit in het besef dat het Engels tegenwoordig, zestig jaar ná de publicatie van deze Prent, de derde taal is in Tilburg. Naast het Nederlands en het dialect dat in Tilburg, ondanks allerlei culturele invloeden, nog steeds behoorlijk actief wordt beoefend.

Culturele ode

De ‘Britse Dag’ op 27 mei 1955 werd georganiseerd als culturele ode aan de bevrijders, en om ze niet te vergeten. Zo traden de Royal Scots Greys samen op met de politieharmonie. Elke zichzelf respecterende organisatie had toen nog een eigen harmonie, zoals de PTT en de Volt. De Draganham Girl Pipers gaven, al marcherend door de stad, een uitvoering ten beste. De grootste sensatie was een Londense dubbeldekkerbus die tours maakte door de stad. In- en uitstappen op het Willemsplein. Een ritje van zeven minuten koste twee dubbeltjes.

Het programma kende ook een officieel hoogtepunt met een ‘Brits Saluut’ dat bij het Paleis Raadhuis werd gegeven. In 1955, tien jaar na de oorlog, lag de herinnering daaraan nog vers in het geheugen. Het is mooi om te zien hoe Tilburg het warme gevoel dat men voor de bevrijders had ontwikkeld levend probeerde te houden. De Britse Dag was tevens een voorbeeld van het begin van internationalisering van de stad die momenteel liefst 148 verschillende nationaliteiten kent.

Dodenherdenking

Dit jaar is het tachtig jaar geleden dat Tilburg op 27 oktober werd bevrijd. Op 4 mei vindt ook in Tilburg de dodenherdenking plaats. In Tilburg is een plaats waar als het ware een permanente Dodenherdenking is, namelijk de kapel O.L. Vrouw ter Nood aan de Kapelhof. Dit voor Tilburg belangrijke (rijks)monument ligt aan de Kapelhof, recht tegenover de Heikese kerk waarin altijd het begin van de Dodenherdenking is. De kapel is in 1964 door bisschop Bekkers ingewijd, dit jaar dus zestig jaar geleden. Het is werkelijk zo, dat de Duitsers hun hielen nog niet hadden gelicht, of in Tilburg was al gestart met het inzamelen van geld om deze kapel uit dankbaarheid te bouwen.

Voor wie de kapel nog nooit heeft bezocht, loop er eens binnen, zeker nu. Er is een fantastisch mooi glas-in-betonraam dat laat zien hoe Tilburg het kwaad van de oorlog wist te overwinnen. De symboliek van dat kunstwerk heeft een grote universele actuele waarde. In het interieur bevindt zich een aantal plaquettes die het belang benadrukken van deze kapel als belangrijk gedachtenismonument. Daaronder een gedenkteken ter ere van verzetsvrouw Coba Pulskens.

In een vitrine ligt een boek met de namen van 850 slachtoffers die in brede zin een relatie met Tilburg hadden. Dit is het derde exemplaar, want dieven hebben geen respect. Het eerste werd in 1974 gestolen, het tweede in 1980. De namen in beide boeken werden gekalligrafeerd door Kees Mandos. Het huidige boek ligt er sinds 2020. Het werd gemaakt naar aanleiding van 75 jaar bevrijding. Het is tweedelig omdat in de loop van de tijd steeds meer slachtoffers met naam en toenaam bekend werden. Het aantal in het boek opgetekende namen steeg van 315 tot 850.

Zegelblok

Een zegelblok met het wapen van Tilburg aan een lint met de stadskleuren blauw en geel dient als bladwijzer. In de vitrine ligt de tekst ‘Gedenk Heer die ons voorgingen 1940-1945.’ Bijzonder is dat iedere dag een pagina wordt omgeslagen zodat je kunt lezen wie op die datum een slachtoffer werd van de oorlog. Deze symbolische handeling wordt verricht door vrijwilligers.