De fiets is een van de beste uitvindingen ooit, is althans de mening van schrijver dezes.

Door Paul Spapens

En Tilburg blies een aardig partijtje mee in het ontdekken van het plezier en de voordelen van dit prachtige vervoermiddel dat de laatste tijd weer steeds belangrijker wordt. Een ontwikkeling die zeker door zal gaan, als je alleen al kijkt naar de ruimte die de fiets gaat krijgen als de Cityring is omgebouwd tot Parkring. Dat sluit dan aan bij de traditie die met de aanleg van goede fietsroutes al in 1977 begon. In dat jaar waren Tilburg en Den Haag de eerste steden die experimenteerden met een fietsnetwerk.

Een van deze routes loopt van Oisterwijk dwars door de stad naar de Universiteit en het is nog steeds een plezier om daar gebruik van te maken. Al komt de fietser als gevolg van de sterk toegenomen drukte, verbouwingen en het timmeren aan de weg steeds vaker in de verdrukking. Iedereen die fietst zal dat kunnen beamen. Het is een genoegen om de fietsers op deze Prent van Cees Robben van 18 september 1987 door de stad achterna te fietsen, een bietje rondkijken, een bietje buurten...

Kwetsbaar

Wel goed uitkijken natuurlijk want de fietser is kwetsbaar. Daarmee word je op een bijzondere manier geconfronteerd door middel van een unieke fiets die wordt bewaard in het Tilburgs Stadsmuseum. Het gaat hier om een zeldzaam jongensfietsje van rond 1890. Het frame is beschadigd. De Tilburgse kenner van antieke fietsen Maarten Bokslag beschreef in het tijdschrift Tilburg hoe het fietsje jarenlang werd tentoongesteld in de winkel van fietsenmaker Kees van Asten aan de Stationsstraat. Deze bekende fietswinkelier wist van de overlevering dat de fiets ooit was aangereden door een tram.

Een messing schildje op het fietsje vertelt dat het is gemaakt door Auguste Damen die zich in 1884 vanuit het Belgische Schaarbeek in Tilburg had gevestigd. De groeiende industriestad Tilburg begroette toen veel expats. In de ledenlijst van de ANWB stond hij vermeld als ‘Velocipèdefabrikant’. Hij werkte samen met de smid J. Smeekens. Gevestigd aan de Mariastraat was hij de eerste ANWB Bonds Rijwielhersteller. Fietsenmakers (in dit geval moet je dit woord letterlijk nemen) kochten voornamelijk Engelse onderdelen en frames en stelden de fietsen dan samen. Het jongensfietsje is op deze manier vermoedelijk geproduceerd door Auguste Damen.

Prehistorie

Het Stadsmuseum beschikt over nog een tweede Tilburgse fiets uit de prehistorie van het fietsen. In 1862 werd in Frankrijk patent verleend op een loopfiets met pedalen op het voorwiel, algemeen beschouwd als de eerste echte fiets. Ongeveer acht jaar later is de fiets vermoedelijk gemaakt door een Tilburgse smid. Het was toen gebruikelijk dat smeden dergelijke fietsen vanaf een plaatje namaakten. Dat 1870 echt vroeg was, blijkt uit het feit dat de eerste Nederlandse fietsfabriek (Burgers uit Deventer) een jaar eerder was opgericht. De historische fiets werd door bemiddeling van amateurhistoricus Lambert de Wijs geschonken aan de gemeente met als doel deze toe te voegen aan de collectie van een nog op te richten Tilburgs museum.

Deze oudste Tilburgse fiets is mogelijk zelf gemaakt door Cornelis van den Muijsenbergh, of hij heeft de fiets laten maken door een smid. Van den Muijsenberg had een handel in ijzerwaren (import en fabricage) aan de Zomerstraat. Het zou zomaar kunnen dat hij de eerste fietser van Tilburg is geweest. Als het om die eretitel gaat heeft hij een concurrent in de persoon van de jurist Jan Lommen. Er is een ooggetuigenverslag van iemand die hem in 1863 op een driewielige fiets door de Heuvelstraat heeft zien rijden.

Uitdaging

Dat fietsen in de begindagen was nog een hele uitdaging, dusdanig dat we de Tilburgse fietspioniers gerust helden mogen noemen. De type- of bijnaam van de fiets uit 1870 was niet voor niets ‘boneshaker’. Als zo’n fiets passeerde over de kinderkopkes was dat al van ver te horen. Van dat gerammel (de rubberen band werd pas in 1888 gepatenteerd) sloegen honden aan, paarden sloegen op hol. Het kwam nogal eens voor dat dat een fietser werd belaagd of bekogeld. Maar van dit soort confrontaties is in Tilburg geen bewijs.