‘Persvrijheid blijft, ook bij PVV-regering.’ Dit was de kop van een artikel in een krant. In het stuk staat dat VVD, NSC en BBB zich geen zorgen maken over beknotting van de onafhankelijke journalistiek. Mijn eerste reactie was: ja, nogal logisch. Maar blijkbaar is dat dus niet logisch. Waarom zou het anders nodig zijn om er een krantenartikel aan te wijden?
Geert Wilders heeft nooit geheimzinnig gedaan over wat hij van de media vindt. ‘Journalisten zijn angsthazen,’ zei de politicus zeventien jaar geleden al in een interview met vakblad De Journalist. ‘Het zijn bange mensen, dat zie ik vaak in hun ogen.’ Volgens 2007-Wilders zijn journalisten angstig om politiek incorrecte standpunten in te nemen. Oftewel: als je het als journalist niet met de heer Wilders eens bent en dat opschrijft, dan ben je een schijterd. In hetzelfde interview zegt hij overigens wel dat hij een voorstander is van vrije nieuwsgaring. Daarbij geeft hij aan dat hij afhankelijk is van de media. ‘We kunnen niet zonder elkaar.’
Zijn de zorgen over onze persvrijheid dan terecht? Wel als je naar de 2024-Wilders luistert. Hij zou bijvoorbeeld het liefst vandaag al de financiering van de Nederlandse Publieke Omroep beëindigen. Volgens het verkiezingsprogramma van Wilders is de NPO namelijk alleen maar bezig met klimaat- en diversiteitspropaganda. Onzin, vind ik, maar blijkbaar zijn 2,5 miljoen kiezers het met hem eens. Feit is gewoon dat Wilders niet met kritische journalisten wil praten. Het is dat hij over de rest van de media in Nederland geen invloed heeft, maar anders zou hij die ook het liefst afschaffen. Hij heeft ze volgens eigen zeggen niet meer nodig, want hij bereikt zijn achterban toch wel via zijn social media.
Pers die niet afhankelijk is van commercie en politiek is iets dat we in Nederland moeten koesteren. Betrouwbare journalistiek is onmisbaar. Daar zorgt de publieke omroep voor. Voor nu maak ik me nog geen grote zorgen over de persvrijheid, maar wel een klein beetje. Wilders heeft namelijk een hekel aan ‘het journalistenwereldje’, alhoewel hij ook ooit toegaf dat hij zelf journalist wilde worden. Correspondent in het Midden-Oosten leek hem wel leuk.