Borduren kennen veel mensen als een hobby van vroeger. De Goirlese modekoning Jan Taminiau heeft het gebruik van kralen en pailletten als handelsmerk. De combinatie van deze oude handwerktechniek en de genoemde materialen leidt echter tot iets heel bijzonders: broderie d’art.

Door Theo van Etten

Monique van Munster werkt als het ware ondersteboven. Met een superdunne, scherpe haaknaald rijgt zij kralen en pailletten aan een draad, die ze vervolgens op het werkstuk vastzet. Opvallend is dat ze dat van onderaf doet. Het werkstuk (een fijn zijden weefsel dat op een raam is gespannen) ligt namelijk op z’n kop. Ze werkt razendsnel en deels op gevoel. “Eigenlijk kun je alles gebruiken waar een naald doorheen past. Maar bij broderie d’art gebruik je hoogwaardige materialen, het wordt vaak gebruikt in de haute-couture.” Zo maakt Monique in goudborduurwerk ook reliëfs met bijvoorbeeld koord, vilt of leer. Die reliëfs versiert ze met cannetilles, metalen strips, of dik gouddraad. Zo ontstaan kledingapplicaties, decoratieve sieraden of volledige kledingstukken.

Charleston

“Wist je dat de Charlestonkleding uit de roaring twenties ontstond tijdens de hoogtijdagen van broderie d’art?” De vraag stellen is hem beantwoorden: “Dat waren hele slanke jurkjes, waarvan de flappen vol met kralen zaten. Het was een periode waarin de vrouwen zich letterlijk ontdeden van hun keurslijf (lees: hun korsetten). Omdat ze tijdens de Eerste Wereldoorlog in de fabrieken het werk van de mannen overnamen, deden ze die massaal af. Want dat was natuurlijk niet praktisch om in te werken.”

Lunéville

De kunst van het borduren blijkt al heel oud te zijn. Oorspronkelijk diende het om randen van kledingstukken te beschermen. Het was een functioneel ambacht waarbinnen zowel mannen als vrouwen werk vonden. Monique: “Binnen de (mannen)gilden werd het echte vakwerk geleverd; zij werkten met dure materialen als goud en zijde. Vrouwelijke thuiswerksters maakten merklappen voor op het linnengoed. Er waren veel kwaliteitsverschillen en je werd betaald op basis van stukloon.” Pas later ontwikkelde borduren zich tot een kunstvorm. Broderie d’art ontstond vanaf 1865 in Lunéville. De dunne naald die Monique gebruikt heet dan ook een Lunéville-naald.

Immaterieel erfgoed

Monique weet vrijwel alles over borduren. In haar atelier in de Nieuwlandstraat kun je terecht voor het volgen van cursussen en workshops. Onlangs is broderie d’art opgenomen op de Nederlandse Inventaris van Immaterieel Erfgoed en dat is vooral te danken aan de inspanningen van Monique. “Zolang de kennis die ik de afgelopen 35 jaar heb opgedaan in mijn hoofd zit, hebben anderen daar niets aan. Ik vind het een verschraling als dergelijke technieken en vaardigheden verloren gaan. Een deel van mijn generatie heeft nog leren borduren van hun moeder, maar we zijn nog maar met enkelen. Gelukkig is er tegenwoordig een hernieuwde interesse in handwerken.”

Monique zocht de samenwerking met een aantal andere Nederlandse borduursters. Gezamenlijk maken ze een ontwerp voor een kledingstuk, dat ze vervolgens uitwerken als borduurwerk. “Zo willen we de toegevoegde waarde van borduurwerk duidelijk maken. En tevens laten we zien dat we met z’n allen iets kunnen maken wat we in ons eentje nooit voor elkaar zouden krijgen.”

Lees het uitgebreide artikel over de achtergronden van broderie d’art als immaterieel erfgoed op:

Broderie d’art op Inventaris van Immaterieel… | Erfgoed Tilburg. Wil je meer weten over deze textiele kunstvorm? Kijk dan op: www.moniquenwerk.nl.