In deze rubriek hebben we het recent een paar keer over fietsen gehad. Zelfs een van de beroemdste autogaragebedrijven van Tilburg, Garage Knegtel, gevestigd waar nu Heuvelpoort is, had een fietsenoorsprong. De voorkant van deze garage was aan de Heuvel, de achterkant aan het Piusplein en die was niet te missen door de oprit naar de eerste verdieping. Voor die tijd iets aparts. Het resultaat van een verbouwing in 1934. Garage Knegtel begon in 1919 met de verkoop van de befaamde T-Ford en werd daardoor twee jaar later de eerste officiële Ford-dealer van het zuiden des lands. Maar, de grondlegger begon ooit met de verkoop van fietsen…

De vader van RoseMarie van Gool (1946) was adjunct-directeur bij Knegsel. Het gezin van Ad van Gool woonde boven het garagebedrijf. Omdat dit zo’n groot pand was, was de woonruimte navenant. Ze woonden daar bovendien eerste rang, met de neus bovenop wat er in het hartje van de stad op de Heuvel gebeurde. Onder andere, herinnert RoseMarie zich, was er wel eens een plechtigheid bij het Willem II-standbeeld. En wie stond daar dan altijd met zijn neus bovenop? RoseMarie van Gool: “We zagen dan een man in een deftig zwart pak. En we vroegen aan ons moeder: wie is die meneer?’ Antwoord: Kuus Hersemus. Ons moeder vertelde dat hij meende een nazaat te zijn van koning Willem II.”

Recent is in Tilburg stilgestaan bij de 175e sterfdag van Willem II. Hij overleed op 17 maart 1849 in de stad waar hij zich dusdanig thuisvoelde dat hij zei: ‘Hier adem ik vrij, hier voel ik mij gelukkig’. Dit is inmiddels een gevleugeld gezegde geworden. Je kunt je geen betere stadspromotie voorstellen dan deze uitspraak, die van toepassing is op iedereen die in Tilburg woont of op bezoek komt. Op veel verschillende manieren was er ter gelegenheid van de 175e sterfdag aandacht voor Willem II.

Kuus Hersemus

De stad kent verschillende gebouwen, een gedenknaald, straatnamen, organisaties, verenigingen (onder meer de voetbalclub die zijn populariteit weer eens heeft laten zien), die aan koning Willem II herinneren. Zelfs een standbeeld op d’n Heuvel waar RoseMarie van Gool die merkwaardige figuur zag. Deze ‘Kuus Hersemus’ wordt zelfs bezongen in het alternatieve Tilburgs volkslied:

Witte waor de Haaikaant is

En kènde gij Kuus Hersemis

(…)

En zegde: “Gatverdikke”

Dan zèède gij van onze stad

Van Tilburg nèt as ikke

Deze Kuus Hersemus heette ‘van achteren’ Hersmus – of Hersmis. Zijn vader heette Willem, diens zoon (Die RoseMarie heeft gezien) Adrianus Petrus. Willem werd als onecht kind geboren op 2 december 1832 in Tilburg, hij overleed in Tilburg op 18 april 1902. Willem beweerde een bastaardzoon te zijn van koning Willem II. Hij was kruier (‘Witkiel’) op het station. Zowel de bewering als de kostwinning werden door diens zoon overgenomen. In Tilburg hebben altijd veel geruchten de ronde gedaan van het buitenechtelijke liefdesleven van Willem II en de voortbrengselen daarvan. Bewijzen zijn nooit geleverd. Maar Willem Hersmus en diens zoon hielden het bij hoog en bij laag vol.

Bijnamenboek

In zijn smeuïge Tilburgs Bijnamenboek besteedt Karel de Beer uiteraard aandacht aan deze in hun tijd bekende Tilburgers. Koningin Wilhelmina noemde hij zijn nicht. Als die jarig was paradeerde hij gekleed in een zwart pak en met een hoge hoed door de Heuvelstraat. Vermoedelijk is hij toen door RoseMarie van Gool gesignaleerd toen zij van boven de garage van Knegtel naar het Willem II-standbeeld keek.

Er bestaat geen Prent van Cees Robben waarop de legendarische Kuus Hersemus figureert. Deze Prent van 21 maart 1975 inspireerde wel tot het vertellen van het verhaal van deze opmerkelijke Tilburger door wiens aderen mogelijk blauw bloed stroomde, maar die desondanks zo volks was als wat. Getuige de volgende anekdote: Op het station sjouwde hij met de koffers van een jong stel. Toen zij een wind liet, reageerde haar partner: ‘Dat was ‘n poepertje uit ‘t roepertje van m’n snoepertje. ‘Daarop knalde Kuus ook eens flink en hij zei: ’Dè waar een scheet öt den sjaawer zun reet.’