Ze was het mooiste meisje van de klas. De combinatie van haar uiterlijk, een mooi gezichtje met lang stijl haar. Een lijfje om u tegen te zeggen en haar immer vriendelijke karakter, maakte het dat ze zo mooi was. Zij was de zon en de ster ineen van onze klas. Haar stem, zo zacht. Ogen om in te verdrinken. Als ik mijn ogen sluit hoor ik ze nog. Ze gaf glans aan ons puberleven. Een schoolvoorbeeld van bloedmooi. Alle jongens waren verliefd op haar. Allemaal wilden ze verkering met haar. Ik ook natuurlijk. En dachten jullie dat ik dat niet geprobeerd heb? Echt wel! En dat ging vroeger een stuk omslachtiger dan tegenwoordig.

In de huidige tijd is een appje sturen bijvoorbeeld al afdoende. Een jongen kan een meisje, dat gewoon naast haar in de klas zit, via messenger een berichtje sturen: ‘Wil je met mij?’ Het meisje dat de uitnodiging tot verkering ontvangt kan dan vervolgens gewoon antwoorden met ja of nee. Ze hoeft daarbij de jongen die de vraag heeft gestuurd niet eens aan te kijken. Met een rood hoofd kijkt ze naar haar mobieltje en antwoordt: ‘Nee!’ Huppekee, het kan maar meteen duidelijk zijn. De jongen die zojuist ‘een blauwtje’ heeft gelopen is niet eens teleurgesteld en heeft ondertussen al weer een ander lijntje uitgezet via Whatsapp. Dan kan hij tien meiden tegelijk benaderen. Ideaal. Fixen – zoals dat in populair taalgebruik heet - gaat tegenwoordig via het mobieltje.

In de jaren ’70 ging dat anders. Als je een meisje verkering wilde vragen, dan had je een tussenpersoon nodig. En die bemiddelaar fungeerde dan als een soort koerier tussen de verlegen aanbieder (ik) en de zelfverzekerde schoonheid. De onderhandelaar had niet alleen de taak om de vraag over te brengen, maar ook om mij een beetje te promoten. ‘Andy kan goed knikkeren, Andy heeft een verzameling schelpen, Andy kan drie minuten zijn adem inhouden’. Reclame van die strekking. Zo probeerde de tussenpersoon jou dan op een soort voetstuk te zetten. Er gingen dan dikwijls dagen overheen voordat je eindelijk uitsluitsel kreeg. Je leefde tussen hoop en vrees. Mijn jonge jongenshartje ging dagenlang tekeer. Totdat ‘de formateur’ uiteindelijk met het slechte nieuws kwam. En ook al wist ik dat ik sowieso geen schijn van kans maakte bij haar, was ik dagenlang teleurgesteld. Het was een tijd vol wanhoop en bidden dat op het schoolfeest die enorme pukkel op mijn neus weg was. Ik keek heimelijk jaloers toe als een andere jongen haar wèl wist te veroveren. Meestal Ferry Vissers, die goed pijltjes kon blazen. Daar viel voor mij niet tegenop te knikkeren.

Na de lagere school verloor ik haar een beetje uit het oog. Ik hoorde dat ze ziek was. Want uiterlijke schoonheid mag dan heel wat deuren openen, het is zelden de sleutel tot een rimpelloos leven. De dokters bereidden haar ouders en jongere zusje voor op het ergste.

Het mooiste meisje van de klas werd uiteindelijk slechts 19 jaar. Voor altijd 19. Voor altijd even mooi.