Hé!, een niet eerder gesignaleerde vlag. Het dundoek wappert boven het poortgebouw van trappistenabij O.L. Vrouw van Koningshoeven. Dat is het voordeel van fietsen, dan zie je meer en je kunt ook nog eens gemakkelijk afstappen voor nadere beschouwing. De vlag met het jaartal 140 verkondigt de boodschap dat de trappisten hier in Berkel-Enschot al 140 jaar bierbrouwen.
Door Paul Spapens
In die tijd is dat bier uitgegroeid tot Tilburgs cultuurgoed, dat nog steeds en met succes wordt gebrouwen onder toeziend oog van de naamgeefster van de abdij. Pal boven de doorgang van het poortgebouw troont O.L. Vrouw van Koningshoeven. Bij de trappisten klopten zoveel mensen aan met het verzoek een kaarsje aan te steken bij deze Maria – wat dus niet kan - , dat dat een van de redenen was om in 2009 een kapel te bouwen in de tuin achter het Proeflokaal.
Succes
In zekere zin is het poortgebouw met het beeld van O.L. Vrouw van Koningshoeven een voorbeeld van het succes van het trappistenbier. De doorgang moest worden verbreed om bulkwagens de ruimte te geven. Maar de toegang vraagt nog steeds stuurmanskunst van vrachtwagenchauffeurs, die met hun vakmanschap overigens altijd respect afdwingen. Als je ze soms ziet laveren – petje af!
Alle trappistenabdijen noemen zich naar Maria. De tot multifunctioneel centrum verbouwde trappistinnenabdij in Berkel heet O.L. Vrouw van Koningsoord. Ook hier zetelt de naamgeefster in het front van het poortgebouw. Een andere belangrijke persoon in het leven van de trappisten en zeker ook in relatie tot hun bierbrouwen is Bernardus van Clairvaux (1090-1153). Hij bedacht het ideaal van de cisterciënzers: ora et labora, bidden en werken.
Levenskrachtig
Het is interessant om vast te stellen dat dit eeuwenoude ideaal nog steeds aanspreekt. Want in deze tijd van ongekende secularisatie leidt de trappistenabdij langs de weg van Tilburg naar Moergestel een bloeiend bestaan Achter de kloostermuren gaat een levenskrachtige gemeenschap schuil. Het beeld van Barnardus van Clairvaux vind je hoog tegen de gevel van de bierbrouwerij. Je kunt dit beeld zien vanaf het terras van het in 2008 geopende Proeflokaal. Het grasveld waaraan dit grenst is overigens de eerder genoemde Vrouwentuin. In de tijd dat alleen mannen bij de abdij naar binnen mochten, moesten vrouwen – veelal familieleden – zich hier ophouden.
De biergeschiedenis van de trappisten begint in feite met de stichting van de abdij in 1881. Vanwege een zeer sterke antikatholieke politiek in toenmalig Frankrijk zochten Franse monniken uit het Normandische Soligny-la-Trappe een veilig heenkomen in Nederland. Ze vonden die in Berkel-Enschot, meer precies in een boerderij met schaapskooi die eigendom was geweest van ‘onze’ koning Willem II, die in Tilburg lekker vrij kon ademen. Vandaar de naam van de abdij en vandaar ook de naam Schaapskooi gelieerd aan de eerste brouwerij en de producten. Op etiketten uit die tijd prijkte dan ook een schaapskooi.
Ora et labora
Indachtig hun leefregel ‘Ora et labora’ poogden de monniken eerst al boerend de kost te verdienen. De landerijen die nu rond het klooster liggen zijn door hen ontgonnen. Die zijn nu vruchtbaar, maar toen ze er begonnen was het oer-Brabants klapzand. Tien jaar na hun komst naar Koningshoeven bouwden ze een abdij. Die staat er nog steeds, met beeld en al van Bernardus. Dit brouwerijgebouw uit 1891 is dus ouder dan de abdij waarvan de bouw in 1894 begon. Dit geheel vormt voor Tilburg een unieke combinatie van religieus en industrieel erfgoed. En dan hebben we het nog niet eens over het bier gehad. Het begin van de brouwerij was een groot experiment. Niemand van de trappisten wist namelijk hoe ze bier moesten brouwen, een brouwerij runnen en commercieel uitbaten. Heel lang verhaal kort: een monnik werd naar München gestuurd om daar bier te leren brouwen. Hij kwam terug als pils-expert.
Merknaam
Vandaar dat de trappisten zich bekaamden in pils en daar zeer succesvol in waren. Als aansprekend voorbeeld: toen in de jaren ’50 en ‘60 veel buurtwinkeltjes in Tilburg sloten als gevolg van de opkomst van de supermarkt, werden die door de trappisten opgekocht en verbouwd tot cafés. De helft van de cafés op de Heuvel was een trappistencafé. We stellen ons voor dat deze Prent van Cees Robben (24 april 1970) zich afspeelt in een café waar het product van de trappisten in kelen klokte. Na heel veel verwikkelingen ging in 1980 het roer om: de merknaam La Trappe werd geïntroduceerd met als bijbehorend product de Dubbel, datzelfde jaar nog gevolgd door de Tripel.