Op deze Prent van Cees Robben van 14 december 1957 moet je nogal secuur kijken, maar het staat er toch echt, als allerlaatste woorden ‘Den aauwen Dèèk’. De Prent stamt nog uit de tijd dat Cees Robben wekelijks iets schiep voor Rooms Leven. Ffkes geheugen opfrissen. Rooms(ch) Leven verscheen tussen 1897 en 1970. De inhoud was puur rooms-katholiek. Rooms Leven was een begrip. Cees Robben publiceerde zijn Prent van de Week vanaf 1953 in Rooms leven. In 1970 stapte hij over op Het Nieuwsblad van het Zuiden – ook al ter ziele want in 1994 gefuseerd met het Brabants Dagblad.

Door Paul Spapens

De directe aanleiding om deze Prent nog eens een keer af te drukken was dat schrijver dezes als een centenzoeker of iemand die naar buksjèk speurt over de Oude Markt richting Concertzaal stiefelde. Iemand die krom liep werd vroeger een centenzoeker genoemd. Bukshag – wat een prachtig woord – was tabak van sigarettenpeuken. Deze peuken werden van de straat opgeraapt tijdens en kort na de Tweede Wereldoorlog, toen tabak heel erg schaars was en de Tilburgse smokkelaars in Poppel of in Aarle (gehucht onder Poppel) bijna niet meer aan echte tabak konden komen. Natuurlijk had je nog wel eigen teelt tabak, maar er waren dus ook rokers die zich tevreden stelden met buksjèk.

Toen schrijver dezes daar zo liep viel het hem pas voor de eerste keer op dat in het plaveisel ‘Den Ouden Dyk’ is uitgehouwen in contrasterende grijze steen. Je moet maar eens gaan kijken. Ongeveer ter hoogte van de hoek Heikesekerk/Stadhuisstraat. Als je vanaf die positie rechtuit kijkt, zie je de Concertzaal en je weet dat daar achter ongeveer de Oude Dijk ligt. Volgens het boek De Straten van Tilburg van Ronald Peeters liep de Oude Dijk in 1760 (de oudste vermelding) parallel aan de Nieuwe Dijk, de latere Bisschop Zwijsenstraat (sinds 1881).

Zusters van Liefde

Wie Oude Dijk zegt, zegt Zusters van Liefde. In Tilburg zou je kunnen zeggen dat ‘D’n Aawen Dèèk’ zo’n beetje synoniem is voor de Zusters van Liefde. Op initiatief van bisschop Zwijsen begonnen de Zusters van Liefde van Onze Lieve Vrouw Moeder van Barmhartigheid in 1832 met drie vrouwen in een woninkske in ’t Heike. Twee jaar later al waren er dertien zusters. Op de hoek van de Kloosterstraat en de Oude Dijk betrokken ze een tehuis dat zou uitgroeien tot het indrukwekkende kloostercomplex waaraan ook een lagere school, een mulo, een kweekschool, een lyceum, een weeshuis, een naaischool, een huishoudschool en een school voor kinderen met een verstandelijke beperking waren verbonden. Dit los van al die andere bijdragen die de Zusters van Liefde aan Tilburg hebben geleverd.

In het geval van deze Prent, daarin maakt Cees Robben gewag van een school. Dat is vermoedelijk de Sint Jozef Mavo geweest. Het prachtige schoolgebouw is in 1931 gebouwd naar een ontwerp van Jos Donders. Van oorsprong was hierin het St. Theresialyceum ondergebracht. Nu is het een rijksmonument. Het vers dat Cees Robben bij deze Prent schreef is kenmerkend voor de manier waarop hij in die beginjaren zijn Tilburg-gevoel uitdrukte. Daarbij moeten we in achtnemen dat de Prent was bedoeld voor Rooms Leven. Het geheel is dan ook zo katholiek als wat, precies zoals een groot deel van de Tilburgse samenleving toen nog was. ‘Grondslag katholiek’, schrijft Cees Robben. Zo beschouwd zou je deze Prent religieus erfgoed mogen noemen.

Ward

Bij dat verhaal past de ‘Wardvereniging’ en het ‘Wardinstituut’ waarvan bovenin de Prent sprake is. Reactie: nog nooit van gehoord! Klopt, maar in het Tilburg van 1957 was ‘Ward’ helemaal niet onbekend, want helemaal passend in de katholieke oriëntatie van toen. ‘Ward’ was, kort samengevat, een zangmethode waarbij schoolkinderen naast kinderliedjes en volksliedjes ook Gregoriaans leerden zingen. Het uitgangspunt was dat zingen een fundamenteel onderdeel was van de opvoeding.

In feite is het met zulke Prenten als met een beeld of een schilderij van een heilige of een devotionele voorstelling: door de details te kennen kun je zulke kunstwerken in bijvoorbeeld een kerk of museum als het ware lezen. Zie je bijvoorbeeld een beeld van een heilige met zijn afgehouwen hoofd in zijn handen, dan kun je er van op aan dat dat de Tilburgse patroonheilige Sint Dionysius is. Dat gaat ook op voor deze Prent waarvan je omgekeerd het een en ander kunt leren van het Tilburg van vroeger:

Wilde Brabant leren zingen

Gao dan naor den Aauwen Dèèk