Bij de vrolijk gekleurde kraam die Martina de Man ook dit jaar weer bestierde op de nostalgische kermis op het Besterdplein kon je Lijn-trekken. Vroeger heette dat Touwtje-trekken maar nu dus Lijn-trekken. ‘Haar’ kraam staat naast de Bootjesmolen en dat is niet toevallig want die is van dezelfde kermisfamilie. Hoort Martina dus bij die familie? Nou: ja en nee.
Door Gerard Sanberg
Dat zit zo: Martina is geen officieel lid van de familie, maar het voelt wél zo want ze doet dit werk al 20 jaar. 20 Jaar! Das lang! Is het een full time-job? Oh jee, er moet van alles worden rechtgezet, blijkt. Want dit is niet haar echte baan. “Nee hoor, ik werk in de zorg.”
Op de kermis staan
Martina werkt dus gewoon full time in de zorg en doet dit er bij. Op de kermis staan, dat is wel apart, toch? Martina: “Eigenlijk is het een soort vrijwilligerswerk. Onbetaald. Ik doe het in mijn eigen tijd.” Ze heeft dus eigenlijk vakantie, nu? “Vakantie? Nee, het zijn wel vrije dagen maar vakantie, dat komt straks. In september gaan we meestal weg, naar Spanje of zo. Griekenland. Thailand zijn we ook al geweest.” Ja maar, hoe kom je met een baan in de zorg achter een kermiskraam terecht? Martina moet lachen omdat ze het eigenlijk zelf ook niet precies weet.
Aan de praat geraakt
“Het is zo gegroeid, dat is eigenlijk het enig goede antwoord”, zegt ze tenslotte na enig nadenken. “Ik kwam vaak bij de Bootjesmolen, hiernaast dus. Gewoon als klant, met mijn dochter. Ja, die is nu 26 dus die komt niet meer, maar toen wel. De Bootjesmolen, daar was ze gek op dus we kwamen er vaak. Zij erin, ik als toeschouwer aan de kant. Zo raakten we aan de praat met de mensen die er bij hoorden, de familie dus. Dat groeide uit tot echt contact. Ik ging ook helpen, gewoon, bijspringen als dat nodig was. En dat beviel goed. Het werd een traditie, kun je zeggen.” En zo is het gekomen? “Ja, zo is het gekomen. En nu al meer dan 20 jaar. Maar alleen hier hoor, op de Tilburgse kermis. Tien dagen per jaar dus.”
Wat zal er aanhangen?
“Als je maar lang genoeg meedoet, dan ga je erbij horen”, grinnikt Martina. “De inboedel, zo kun je mij eigenlijk wel noemen. Na al die jaren hoor ik bij de inboedel. En het is echt hartstikke leuk werk, achter de kraam staan. Die kinderen, het enthousiasme, daar doe je het voor. Dat is zo leuk, die blije gezichtjes, de verwachting, de nieuwsgierigheid: wat zal er aanhangen? Nou, dan hou je het makkelijk vol, die tien dagen. Elk jaar opnieuw!”