Het zou heel goed kunnen dat deze, op 16 augustus 1968 gepubliceerde Prent van Cees Robben, op waarheid was gebaseerd. Een loodgieter komt na een week eens opdagen om een lekkende kraan te repareren. Er staat niet bij dat het een voorval had kunnen zijn uit de praktijk van de Tilburgsche Waterleidingmaatschappij. Bij dit bedrijf was Cees Robben namelijk in dienst en we kennen hem als iemand die zulke anekdotische voorvallen uit het leven van alledag meteen oppikte en met zijn in Oost-Indische inkt gedoopte kroontjespen vereeuwigde in de Prent van de Week – waar we nu nog plezier aan beleven.

Door Ron van Kuijk

Wat bijzonder eigenlijk, want een Prent als deze is al bijna zestig jaar oud en nog steeds spreekt hij aan en wordt ‘ie begrepen. Cees Robben verstond namelijk de kunst om het Tilburg van alle lagen van de bevolking tot leven te wekken. Veel situaties in de Prenten spelen nog steeds en zijn herkenbaar in de actualiteit. En dat allemaal overgoten met het Tilburgs dialect, in het besef dat taal dé bindende cultuur is. Zeker in Tilburg waar het echt nog niet zo heel lang geleden is dat bijvoorbeeld op de fabrieksvloer iedereen dezelfde ‘Tilbörgse Taol’ sprak, arbeiders, witte boorden, bazen, directeuren en eigenaren. Hetzelfde dialect was een verbindende en nivellerende factor in de samenleving en in de Prenten van Cees Robben.

Het is interessant hoe Cees Robben is gevaren met zijn Prenten en zijn leven, dat voor een belangrijk deel was verbonden met de Tilburgsche Waterleidingmaatschappij. Bij dit gerespecteerde bedrijf verdiende hij immers de kost. De schoorsteen moest roken voor zijn huishouden. Zijn oorspronkelijke ambities lagen echter in het kunstenaarschap. Zeker in de tijd van zijn jeugd was daar niet gemakkelijk de kost mee te verdienen. Als een kind liet weten de kunstenaar uit te willen gaan hangen, luidde het advies van de geschrokken ouders doorgaans voor een andere richting te kiezen. Bij de Tilburgsche Waterleidingmaatschappij verzekerde Cees Robben zich van een vast inkomen en kon hij tegelijk lekker artistiek bezig zijn.

Kunstacademie

De in 1909 in Tilburg geboren Cees Robben volgde in 1932/1933 een opleiding aan de Tilburgse Kunstacademie, in 1912 opgericht en tegenwoordig Fontys Hogeschool voor de Kunsten. Tilburg heeft hiermee al meer dan een eeuw een erg belangrijke, gerenommeerde opleiding in huis die zijn stempel op de stad heeft gedrukt door mensen als Niko de Wit en Niel Steenbergen. Het is altijd lastig om namen te noemen, want er zijn er veel meer die aandacht verdienen. De keuze van deze twee namen heeft dan ook te maken met persoonlijke interesse. Niko de Wit omdat deze uit Bergen op Zoom afkomstige kunstenaar het Tilburgs carnaval leerde carnavalswagens te bouwen. Beeldhouwer Niel Steenbergen schiep onder meer oorlogsmonumenten, altaren en doopvonten. Op Tilburg University staat een beeld van hem met motieven die verwijzen naar de vroegere landbouw en economie van Brabant. Boven verbeeldingen als korenschoven en molens bijtelde hij het aansprekende ‘De natuur maakt de mens vrij’.

Cees Robben studeerde dus aan die Tilburgse Kunstacademie. In 1933 echter overleed zijn vader en dat betekende een einde aan zijn artistieke scholing. Er moest geld worden verdiend en zo kwam hij in 1935 terecht bij de Tiburgsche Waterleidingmaatschappij, van alle voorzieningen die er in de samenleving toe doen een van de allerbelangrijkste. Opgericht in 1895 kwam er op 27 augustus 1898 voor de eerste keer officieel water uit een Tilburgse kraan: een fontein voor het stadhuis – in 1971 gesloopt.

Fabelachtige graad

In het begin werd vooral water geleverd aan de industrie. Met de particuliere aansluitingen liep het nog niet zo’n vaart. Nu is een leven zonder het aan de Gilzerbaan opgepompte water niet meer denkbaar. Wie net terug is van vakantie of een wereldreis zal het kunnen beamen: het Tilburgs water is het lekkerste van de wereld. En dat in het historisch besef hoe het ooit gesteld was met het Tilburgs drinkwater. In 1905, tien jaar na de oprichting van de Tilburgsche Waterleidingmaatschappij, verscheen in de Tilburgsche Courant een verhaal over de gesteldheid van de drinkwaterputten in Tilburg: ‘De verontreiniging bereikt in vele gevallen een fabelachtige graad. Ons zijn gevallen bekend, dan den beerput in den welput eenvoudig overliep. Dikwijls ziet men door de voegen het vuil naar beneden loopen. In het geputte water, dat walgelijk stinkt, vinden we zogenaamde ‘wilde varkens’ (pissebedden, PS), slakken en dergelijk gedierte. Waar de gele kleur van dit water te wijten is, zal de aandachtige lezer licht raden.’