Midden op het grasveld van het Spoorpark stonden vorig weekend lange tafels met banken vol ontbijters, allemaal met rood haar - ja, of grijs haar dat ooit rood was. Allemaal kamperen ze hier. Het ziet er gezellig uit en dat is het ook, volgens de deelnemers aan de Redhead Days. Ze zijn ‘onder ons’, zoals ze even later tijdens het interview vertellen. Onder ons: allemaal rood haar. Een soort van wereldwijde stam.
Door Gerard Sanberg
De Redhead Days worden elk jaar georganiseerd, aanvankelijk in Breda maar sinds 2019 in Tilburg. Bart Rouwenhorst is directeur van de Stichting Roodharigen en initiatiefnemer van het evenement. Hij is druk bezig met de inrichting van een van de tenten op het terrein, maar wil wel kwijt dat het aantal deelnemers sterk varieert: “Het hangt ervan af wie je allemaal meetelt. Straks staan we midden in de stad en dan hebben we heel veel toeschouwers. Als je dat allemaal meetelt over drie dagen, dan halen we misschien de 50.000 wel.”
Vijftig tinten rood
Hoe het zij, ze komen van heinde en verre. Veel uit Duitsland. En Italië, waar je niet meteen aan denkt bij rood haar. Schotten herkenbaar aan hun rok. Belgen, Oostenrijkers, Zwitsers. Scandinaviërs ook, en Australiërs. Echt een internationaal gezelschap en allemaal een of andere tint rood haar. Die zijn er veel, tinten. Wel vijftig, kun je bij een standje op het terrein te weten komen. (Vijftig tinten rood, dat doet dan ok weer ergens aan denken.) Eva Bergmann uit Berlijn heeft in elk geval een heel lange bos rood krullend haar en wil daarmee wel op de foto maar geen interview. Ze is hier voor de zesde keer en ze is er dol op: “Everywhere the same people, all reds.”
Gevoel van verbondenheid
Laura Koller komt uit Zwitserland, voor de tiende keer: “Yeah, first in Breda, now here in Tilburg.” Ze is journalist en praat Engels, Stadsnieuws vertaalt: “Ja, ik sta op de camping, heel gezellig. Met een hele groep.” Allemaal Zwitsers? “Nee, van overal. Engeland, Israel, Frankrijk. We treffen elkaar elk jaar hier, op dit festival. Een vriendengroep ja. Is zo gegroeid.” Ze heeft het heel erg naar haar zin, niet alleen met die vrienden maar ook met de rest van het publiek: “Ik voel me echt verbonden. Het is een gemeenschap kun je rustig zeggen. Je deelt ervaringen met elkaar.”
Met het hele gezin
Ervaringen, daar kan Boris Fiebig over meepraten. Hij is hier met vrouw en dochter, Petra en Elisabeth Eller. Ze komen uit Oldenburg, vlakbij Bremen. Boris: “Dat gevoel van verbondenheid komt voort uit gemeenschappelijke, nare ervaringen, als roodharige. Wij kregen vroeger in Duitsland de schuld als er brand was! Toen ik hier al die roodharigen zag, voelde het als een thuiskomst.” Moeder Petra bevestigt dat: “We zijn hier nu voor de derde keer en het is een warm bad. We rijden speciaal hiervoor op en neer: vrijdag gekomen, maandag gaan we terug. Wunderbar!” En vanmiddag gaan ze naar het Textielmuseum! Boris sluit af: "Ik heb ook nog meegedaan aan de hoge-hakkenrace maar niet gewonnen.”