Lieve Heer,

Ge wit dèwwe oe beminnen

Maar we verrèkken van de honger

Dus laat ons snel beginnen…

Door Paul Spapens

Meersel-Dreef is een klein Belgisch dorpje net over de grens bij Chaam. Tilburgers kennen Meersel-Dreef als een kleinschalig en sympathiek pelgrimsoordje met een schilderachtig Mariapark en een kapucijnenklooster uit 1687. Het is een populaire bestemming voor zomerse- en zondagmiddaguitjes en per fiets – zeker met de e-bike – is het vanuit Tilburg via een mooie fietsroute goed bereikbaar.

De kapucijnen was een hartstikke strenge orde, maar waar de paters en de broeders (het verschil is dat een pater een priester is en een broeder een werkbij) onderling veel plezier konden maken. Getuige dit tafelgebed dat door de kapucijnen in hun klooster in Meersel-Dreef wel eens voorafgaand aan de maaltijd werd gebeden. Dat schijnt zo te zijn gegaan. Pater Luuk vroeg dan: wat doen we, een kort of een lang gebed. Antwoord: een kort asjeblieft want we vergaan van de honger.

Bruin Brevier

In het zogeheten Bruin Brevier staan tientallen van dit soort grappen die de kapucijnen tapten of humoristische dingen die ze in hun dagelijks leven meemaakten. Een voorbeeld:

In de trein zit een moeder met een kind. Tegenover hen een paar kapucijnen in de kenmerkende bruine pij met capuchon (daar komt de naam kapucijnen vandaan), met blote voeten en baard. Het kind fluistert de moeder iets in het oor. Als ze geen antwoord geeft, zegt het tenslotte heel hard: ‘Mammie, wat zijn dat voor mensen?’ Zegt de moeder: ‘Dat zijn geen mensen, dat zijn paters.’

Dit Bruin Brevier met zijn uitzonderlijke inhoud is een unieke uitgave ter gelegenheid van een eeuw kapucijnen in Nederland. In 1985 was het honderd jaar geleden dat deze befaamde orde in Nederland was teruggekeerd nadat ze door de Reformatie was verdreven. Tilburg heeft een groot aandeel gehad in deze recente geschiedenis. De Tilburgse vestiging werd in 1879 gesticht. In 1882 werd het klooster aan de Korvelseweg in gebruik genomen. Te bereiken via een bloemrijke en vooral groene oprijlaan die je beslist een keer moet gaan omdat het historische gebouw vanaf de openbare weg niet goed te zien is.

Nieuwe bestemming

Als een terzijde: dit klooster gaat een nieuwe bestemming krijgen. De huidige Tilburgse gemeenschap maakt er straks gebruik van, zoals van veel meer gebouwen die eens een religieuze bestemming hadden. Maar wie weet straks nog wat ooit de functie was van deze gebouwen. Uit respect zouden bij al deze vroegere kloosters borden geplaatst moeten worden over de geschiedenis en de betekenis. Daarmee wordt recht gedaan aan wat deze vrouwen en mannen voor Tilburg hebben gedaan.

Zo’n informatieve tekst over de kapucijnen zou kunnen beginnen met de vaststelling dat ze in Tilburg erg gezien waren. Dat had een heel specifieke achtergrond. De belangrijkste bijdrage van de kapucijnen aan Tilburg was dat ze heel dicht stonden bij het geloof van de Tilburgers in die tijd. De katholieke kerk in Tilburg was een volkse kerk, geheel naar de aard van de Tilburgers. De kapucijnen waren helemaal gericht op die volkse devotie en het beste voorbeeld daarvan is nog steeds het fenomeen van het biecht horen – het onderwerp van deze prachtige Prent van Cees Robben (gepubliceerd op 9 december 1966).

Kappesienen

In de kleine kloosterkerk van de kapucijnen – in Tilburg Kappesienen genoemd – zijn maar liefst zes biechtstoelen. Dat kwam omdat de Tilburgers massaal bij de Kappesienen wilden biechten. Dat deden ze veel liever dan bij de pastoo,r die Roomser was dan de paus. De Kappesienen kenden hun Tilburgse Pappenheimers en deden niet moeilijk over een zondetje meer of minder. Ze hadden, zeg maar, een selectief gehoor. Onder de Tilburgers ging de mare dat je zelfs kon biechten bij Kappesienen die doof waren, spreekwoordelijk natuurlijk. We staan een keer bij de Kappesienen stil in deze rubriek omdat de laatste van hen recentelijk uit Tilburg zijn vertrokken. Schoorvoetend is een einde gekomen aan de aanwezigheid van deze blote voeten-paters in Tilburg.