Van de vele religieuze gebouwen die Tilburg ooit kende, zijn er nog slechts enkele over. Een ervan is de Joodse synagoge in de Willem II-straat. Een markant gebouw, pal naast de Helga Deen Tuin, dat de tand des tijds op dappere wijze doorstond.
Door Theo van Etten
Dat had Levie Hartog niet kunnen denken, toen hij toestemming vroeg om met zijn vrouw en kinderen in Tilburg te mogen komen wonen. Zijn verzoek werd in eerste instantie afgewezen door de gemeente Tilburg. Pas na ingrijpen van de Staten-Generaal mocht hij zich als koosjere slager in – destijds nog het dorp – Tilburg vestigen.
En dat terwijl Tilburg in 1814 de eerste gemeente in Noord-Brabant was waar Joden zich officieel mochten vestigen. Levie diende zijn verzoek in 1767 in. Liep hij op de tijdgeest vooruit? Brabant had al langer kennis gemaakt met deze ‘vreemdelingen’, die onder andere uit Bohemen en Moravië kwamen. Ze werkten vaak als marskramer of als slager. Regelmatig kregen ze de schuld van allerlei onheil, zoals besmettelijke ziekten. In de dertiende eeuw zouden er zelfs zo’n 200 joden op de ‘Vuchterhei’ zijn verbrand wegens godslastering.
“Overigens gebeurde dat ook buiten Brabant,” verduidelijkt Hans Schippers de anekdote. Hij is secretaris van Stichting Synagoge en dook in de historie van joden in Tilburg. Samen met Ronald Peeters schreef hij er een boekje over. “Problemen met acceptatie zijn er altijd geweest. Toch lukte het de Joodse gemeenschap steeds weer om zich te herstellen. Die wil om door te leven, kenmerkt hen.”
Een nieuwe sjoel
Ruim honderd jaar nadat Levie Hartog zich in Tilburg vestigde, was de kille (Joodse gemeenschap) gegroeid tot zo’n 140 leden. Reden voor het bestuur om een eigen sjoel (het Joodse woord voor synagoge) op te richten. Architect Edouard Fremau (ook bekend van het Cinecitta-gebouw) ontwierp in 1874 het gebedshuis in een zogenaamde ‘moorish revival style’. “Vandaar die oriëntaalse kenmerken,” aldus Hans.
In de voorliggende periode hadden de Joden het moeten doen met een kleinere behuizing: “Eerst in een woonhuis aan de tegenwoordige Monumentstraat en later in een pand op het Piusplein. Rond 1835 kocht de gemeente een deel van het ‘Huis in de Poort’, dat in de Zomerstraat stond. Koning Willem I zou hiervoor een fikse schenking hebben gedaan.”
Nieuw leven
Door de gebeurtenissen tijdens de Tweede Wereldoorlog en latere emigraties naar Israël, decimeerde het aantal Joden in Tilburg. In 1976 verkoopt de Joodse gemeente daarom de synagoge aan de gemeente Tilburg. Het gebouw wordt een centrum voor culturele activiteiten. Als in 1981 de Liberale Joodse Gemeente (LJG) wordt opgericht, ontstaat opnieuw een huisvestingsbehoefte. Een permanente oplossing dient zich in 1993 aan: de LJG kan de sterk vervallen synagoge aan de Willem II-straat voor het symbolische bedrag van één gulden kopen. “Wel met de verplichting het zodanig te herstellen dat het een Rijksmonument zou worden,” besluit Hans.
Momenteel is de LJG een stabiele gemeente met circa honderd leden die voornamelijk afkomstig zijn uit de zuidelijke provincies, België en Duitsland. Hans: “Ondanks die afstandsverschillen blijft de verbondenheid groot. En dat is belangrijk in deze tijden, die opnieuw de nodige spanningen met zich meebrengen.”
Het boekje ‘Nieuw leven in een oude sjoel’ is voor € 19,50 te koop bij de Tilburgse boekhandels.