‘In dit huis werkte Nicolaas Knip 1748-1808 en werden geboren Josephus Knip 1777-1847 Henriëtte Knip 1783-1847 Mathias Knip 1785-1845 Zij waren alle vier bekende kunstschilders.
Door Paul Spapens
Elke keer als schrijver dezes door de Hasseltstraat loopt, nogal eens op weg naar het mooie wijkcentrum De Poorten, is het genieten geblazen van de vijf weverswoningskes in de schaduw van de vroegere O. L. Vrouw Rozenkranskerk, beter bekend als de Hasseltsekerk. Deze prachtige huisjes zijn rijksmonumenten. Het is gewoon een wonder dat ze er nog zijn in het sloopgrage Tilburg. Het vijfstel dateert van vóór 1737. Ze staan er al bijna drie eeuwen mooi te zijn in al hun eenvoud.
In de gevel van huisnummer 182 is een natuurstenen gedenkplaat aangebracht met daarop de tekst die we hierboven hebben vermeld. Het is bijna niet meer te lezen, maar het staat er toch echt dat hier de familie Knip heeft gewoond. Deze familie Knip was een kunstenaarsfamilie van on-Tilburgse allure. De stamvader was Nicolaas Frederik. In 1772 vestigde hij zich vanuit Nijmegen in Tilburg. Hij had een heel bijzonder vak, behangselschilder. Vaklieden als hij schilderden bijvoorbeeld landschappen op behang in villa’s van rijke mensen en kastelen. Van dit beschilderd behangsel is vrijwel niets bewaard gebleven. Vanaf 1850 ongeveer hield het beroep op te bestaan.
Maar Nicolaas Knip verdiende er nog de kost mee toen hij naar Tilburg kwam. Het zou heel goed kunnen dat hij in Tilburg verzeild raakte omdat hij was gevraagd de muren van het kasteel van Tilburg te verfraaien. Want, wat had een behangselschilder in hemelsnaam in het grote dorp Tilburg te zoeken? Na een lange voorgeschiedenis met allerlei ups en downs vanaf 1450 was het kasteel in de tijd dat Nicolaas Knip naar Tilburg kwam nog vol – sjiek - leven. Er was zelfs een ‘Camerbewaarder’. Oneerbiedig gezegd kwam deze functie min of meer neer op een loopjongen, een manusje van alles, wel met een breed takenpakket, van bij wijze van spreken de vuilnisbak buiten zetten tot met veel egards bezoek ontvangen. En geloof maar dat zo’n kamerbewaarder een sjiek pak droeg. We stellen ons een beetje de Suisse voor, de kamerbewaarder van een kerk.
Moraal
Nicolaas Knip trouwde met Anna Drexler, de dochter van de ‘Camerbewaarder’ van het kasteel van Tilburg. In het gezin Knip-Drexler zal het allemaal wel wat anders zijn toegegaan dan op deze Prent van 12 mei 1961. De moraal van deze schepping van Cees Robben: het manvolk staat dan wel niks te doen en commentaar te leveren, maar ze kenden wel hun plaats binnen het huishouden.
Opvallend aan het verhaal van Nicolaas en Anna is dat ze, ondanks dat bijzondere beroep en ondanks de relatie met het kasteel, een eenvoudig huisje betrokken, meer precies Hasseltstraat 182. Deze vijf huisjes staan op een steenworp afstand van het kasteel. Je komt vanuit de Hasseltstraat het gemakkelijkst bij de zichtbare resten in het huidige Stenen Kamerpark via de Van Bylandtstraat. Deze ziet er uit als een eenvoudige straat (met respect natuurlijk), maar vergis je niet: dit is wel de vroegere oprijlaan van het kasteel!
Drie van hun kinderen werden bekende kunstschilders: Josephus Augustus, Henrëtta Geertrui en Mattheus Derk. Hun namen staan op de moeilijk leesbare hardstenen plaquette in de gevel van huisnummer 182. Het gezin verhuisde in 1787 naar Den Bosch. Kunstwerken van de kinderen Knip bevinden zich in de collectie van het Rijksmuseum en het Noordbrabants Museum. Josephus was het meest succesvolle van het stel. Hij schilderde zich in the picture met onder meer rotslandschappen. In historisch opzicht interessant is zijn olieverfschilderij van de beschieting van Den Bosch door de Fransen. In 1794 vielen de Fransen Nederland binnen. Via Tilburg trokken ze op naar Den Bosch dat na twee weken van beschietingen in 1794 werd veroverd. In 1800 legde Josephus Knip de strijd vast op een schilderij dat zich nu in het Rijksmuseum bevindt.
Schaapskooi
In 1835 kwam de inmiddels beroemd geworden zoon van de behangselschilder en de dochter van de ‘Camerbewaarder’ nog een keer terug naar Tilburg. Dat was ter gelegenheid van de eerstesteenlegging van de schaapskooi van kroonprins (de latere koning) koning Willem II; min of meer op de plaats van de huidige Trappistenabdij langs de weg naar Moergestel. Het schilderij dat Josephus van de schaapskooi en de schaapkudde maakte, laat schitterend zien hoe het er hier twee eeuwen geleden uitzag. Josephus maakte dit schilderij niet meer alleen. Hij kreeg hulp van zijn kinderen Augustus en Henriëtte. Hun vader namelijk was bijna blind. Willem II was zo verguld met het schilderij dat hij de hulpbehoevende schilder een pensioen van 300 gulden schonk.