Vrouwen zoeken de liefde tegenwoordig niet meer bij de deur. Ze willen bijvoorbeeld een nomade uit Mongolië. Zo een die op een Przewalskipaard vanuit z’n tent over de weidse steppen raast om vijftig kilometer verderop z’n kamelen te gaan tellen. Of een berggids uit Nepal die dagelijks een groepje klimmers in het Himalayagebergte begeleidt.
Ideaal, zo’n relatie op afstand, denken ze. Hun carrière gaat vóór de seks. Door het jaar heen missen ze eigenlijk helemaal niks. Heerlijk, een vriendje aan de andere kant van de aardkloot. Je hebt er verder geen omkijken naar. Maar tegen de donkere dagen voor kerst komen de dames er plotseling achter dat het eigenlijk best wel eenzaam zal zijn, zo moederziel alleen onder de boom. Ze hebben hun liefdes al drie jaar niet meer gezien en vooral niet gevoeld, maar met kerst is dat niet fijn. Alleen met kerst.
Gelukkig is er dan altijd nog Robert ten Brink. Je weet wel: die look-a-like van een progressieve dominee, de vader van vijf Liga-dochters. Als hij nog geen kijk heeft op vrouwen! Robert brengt deze carrièretijgerin 3.0 gegarandeerd nog vóór de kerst bij haar geliefde. Want bij All you need is love is het regelen van een visum sneller voor elkaar dan dat deze jongen foutloos Sint Michielsgestel uit kan spreken.
En zo’n meid wordt dan opgehaald door Robert himself. Nooit overdag, nee, midden in de nacht. Robert treft dan ook steevast een geeuwend grietje dat de deur opent. Altijd eentje met zo’n ziekenfondsbrilletje op en haar kapsel als een dooie husky op d’r hoofd. En achter die meid staat gegarandeerd een moeder, die natuurlijk ook van niets weet. Zogenaamd! Nooit verschijnt er eens een gespierde vent vol tatoeages, die geschrokken zijn gulp weer dichtdoet.
En even later zit die meid dan in een vliegtuig. Ze heeft geen idee waarom ze naar de Noordkaap vliegen. Robert gaat dan vragen naar de bekende weg. Of ze wel eens iemand mist. Weer janken natuurlijk. En nog steeds valt het kwartje niet bij die muts.
Eenmaal op het dak van de wereld geland, gaan ze eerst door een dikke laag sneeuw banjeren. Robert praat en praat maar, tot er aan de horizon plots een stipje verschijnt. Iedereen weet meteen dat het om haar Askuwetheau, oftewel Bronstige Veder, gaat. Behalve dat onnozel gebakje natuurlijk.
En dan is daar het grote moment dat Robert zegt: ‘Draai je eens om, Annabel!’ Ze herkent dan op een afstand van drie kilometer ineens haar geliefde en schiet uit de startblokken. Meestal alleen zij. Bronstige Veder staat namelijk al een uur vastgevroren in de sneeuw.
En waar dus die meid al drie jaar lang niet aan seks heeft gedacht, staat die Inca daar met heel andere gedachten. Het is dan ook volkomen begrijpelijk waarom ze die gast uit voorzorg tot aan zijn kruis toe in de sneeuw hebben ingegraven. Als zo’n ontmoeting in zijn woonomgeving zou hebben plaatsgevonden, dan had hij haar al lang mee de bosjes in gesleurd. Al stonden er zes cameramensen bij!