Eigenlijk mag het niet meer, maar ik zeg het toch: gelukkig nieuwjaar. Een keiharde wet is het niet, maar de vuistregel is dat je na 6 januari stopt met het uitdelen van de beste wensen. Waarom die datum? Geen idee. Het enige wat ik weet is dat het op 6 januari Driekoningen is. Dat doet me dan weer denken aan vroeger. Als kind ging ik tijdens Driekoningen verkleed op pad door de buurt. Met een kroon op mijn hoofd en een lampion in de hand belde ik samen met mijn broertje en een vriendje aan bij mensen en dan zongen we zo vals als we konden: ‘Drie koooningen, drie koooningen, geef mij een nieuwe hoed.’ Als beloning kregen we snoep.

Das war einmal. Mijn kinderen verzamelen hun sugar rush tegenwoordig tijdens Halloween. Krijgen ze dan niks te snoepen rond de jaarwisseling? Jawel hoor, opa en oma zorgen ook rond deze tijd voor de broodnodige suikers. Sinds een paar jaar hebben ze namelijk een nieuwe traditie ingevoerd: op oudejaarsdag komen ze een nieuwjaarskoek brengen, een soort reuze taaitaai met daarop in sierlijke krulletters 'Gelukkig Nieuwjaar'.

Bij ons in de familie is het dan misschien een nieuwe traditie, in Tilburg is het al heel lang bekend. Vroeger gaven de textielfabrieksbazen hun werknemers zo’n nieuwjaarskoek cadeau als een soort kerstpakket avant la lettre. Tijdens mijn informatiezoektocht naar de nieuwjaarskoek kwam ik erachter dat iedere bakker een eigen geheim recept heeft, maar ik ontdekte nog iets interessants, dat Tilburg namelijk nóg een traditionele koek kent: de Tilburgse kermiskoek.

Tot de jaren dertig kon je als jongen op de kermis een hartvormige koek kopen waar je een boodschap op liet spuiten voor het meisje waar je een oogje op had. In 2006 blies een bakker het nieuw leven in, maar na zeven jaar kwam er jammer genoeg wederom een einde aan. De reden? Geen plaats meer op de kermis. Althans, zo werd gezegd, waarschijnlijk had geld er meer mee te maken aangezien een grote Duitse exploitant de plek van de kermiskoekenbakker kreeg toegewezen. Zonde dat een mooie traditie zo is verdwenen. Misschien tijd om het de komende kermis weer in ere te herstellen?

Marcel Groenewegen