Eén van mijn goede voornemens voor 2025 is meer lezen. Het is niet zo dat ik weinig lees, maar het kan altijd beter. Ik lees vooral in bed, voor het slapengaan, maar ik heb er nu een gewoonte van gemaakt om na het eten nog wat letters te verorberen. En ik moet zeggen: dat schiet lekker op.
De afgelopen maand januari heb ik vier boeken gelezen. Is dat dan veel? Tja, wat is veel? Voor mij is het in ieder geval bovengemiddeld. Mijn eerste van 2025 was Het griezelkabinet, een verhalenbundel in 1983 samengesteld door Roald Dahl. Veertien korte spookverhalen. Niet allemaal even goed, maar van het merendeel heb ik gesmuld. Zeker een aanrader als je net als ik van klassieke spookvertellingen houdt.
Ook smullen waren de spannende boeken De kleine vreemdeling van Sarah Waters en Blackwell van K. R. Valgaeren. Eerstgenoemde speelt zich af na de Tweede Wereldoorlog in een Engels landhuis. Het huis is in verval geraakt en het lijkt erop dat er iets duisters in rondwaart. Dit is echt zo’n boek waar je na het lezen nog een paar dagen over blijft nadenken.
Een boek dat minder lang bleef hangen, maar waar ik wel erg van heb genoten was Blackwell. Een gothic horror die zich afspeelt in 1891. De hoofdpersoon Jericho Blackwell (een soort Sherlock Holmes) moet met zijn compagnon John Dawkins (een soort Dr. John Watson) een aangespoeld schip onderzoeken. Zij ontdekken dat er iemand aan boord was die al tweehonderd jaar dood had moeten zijn. Valgaeren heeft een geweldige schrijfstijl, zo één waar ik jaloers op kan zijn, en het verhaal laat je tot het einde op het puntje van je stoel zitten.
Geen aanrader is Ik kan niet slapen van Steve Frech. Een weduwnaar verhuist met zijn achtjarige dochter naar een landhuis waar iets raars mee is. Nou ben ik dol op landhuizen waar iets raars mee is, maar dit boek kleeft aan elkaar van spookclichés. Halverwege weet je al hoe het verhaal gaat aflopen. Een anticlimax aan het einde van januari, maar ik geef niet op en ga dapper door met lezen in februari.