Dit zijn voor mij de maanden van jakken en jagen. Van ton naar ton. Koude kleedkamers, warme zalen. En daarna met een bezweet lijf de kou in. Onregelmatig eten en slapen. Het zorgt vaak voor vermoeidheid. En die uitputting zoekt z’n uitweg via de zwakke plekken in mijn lichaam. Bij mij is dat in de rug, knieën, of nek. Bij topdrukte is het vaak een combinatie van deze aandoeningen.

Als je me dan uit mijn auto ziet stappen, dan kijk je naar een pasgeboren giraffe, die in verschillende fases overeind probeert te komen. Vervolgens steek ik de weg over, nadat ik eerst naar links en rechts heb gekeken. En met een stijve nek betekent dat dus dat je hele lichaam mee moet zwenken. Door de brakke kniegewrichten en kromme rug, lijkt het alsof je een koffer draagt waar je zelf nog in zit. En zo stap ik dan even later de bühne op. Het publiek weet dat uiteraard niet op waarde in te schatten en beloont de strompelende zak overbelasting met een gulle lach.

En afgelopen weekend was het weer zover. In een afgeladen volle Oranjerie Schouwburg in Roermond, waar de grootste carnavalsvereniging van die stad – Sjtadsvastelaovesvereniging D’n Uul uut Remunj (als je dit uit kunt spreken is het sowieso handig dat je je eigen tanden nog hebt) - hun zittingsavonden hield. Ze zorgen er altijd voor het neusje van de zalm uit de carnavalsindustrie. Topamusement op het podium, uit binnen –en buitenland. En wat een grote eer dat ik daar deel van uit mocht maken. Uit Keulen kwamen Der Kölner Rheinveilchen. Een dansgroep bestaande uit vijftig personen. Potige mannen en ranke, buigzame jonge meiden. Het is al indrukwekkend om ze één voor één uit hun eigen touringcar te zien stappen.

In de gangen van het theater begonnen ze even later aan hun warming up. De dames stonden in dusdanige poses dat ik anatomisch gezien niet meer wist welke ledematen ik aanschouwde. Vanuit mijn kleedkamer zorgde ik ervoor dat ik me dusdanig had gepositioneerd dat ik een perfect zicht had op alle lichaamshoudingen van al het moois wat Duitsland me te bieden had. Soms werd mijn zicht belemmerd als er wat mannelijke leden van Der Verein voorlangs liepen in broeken zó strak, dat de opstelling niet meer gewijzigd kon worden. Dat is uit voorzorg, ik weet het haast zeker.

De meiden kwebbelden ondertussen met elkaar alsof ze bij de bakker stonden. Even later werden ze op het podium een half uur lang door de lucht geslingerd. Vluchtelementen waar Epke Zonderland nog nooit van heeft gehoord. Souplesse ten top. Op het einde, na 20 minuten lang allerlei lichaamsdelen na elkaar te hebben geworpen, zie je een menselijke piramide ontstaan. En daar bovenop moet dan nog een soort van ‘kers op de taart’ worden gemikt in de vorm van het aller-lichtste Tanzmariechen. Dat lukt meestal na een keer of drie. Waarna het theater ontploft. Met een driedubbele salto verlieten ze stuk voor stuk de zaal. Acrobatiek ten top. En toen kwam ik op.