Nu de alcoholdampen zijn neergedaald en ik alle tijd heb gehad om eerst tot duizend te tellen, wil ik bij deze toch mijn onbehagen delen in een mildere vorm dan ik aanvankelijk van plan was. Ik blijf al een aantal jaar weg van de zuipcarnavalsoptochten in Brabant – noem het vluchtgedrag – omdat het gewoon niet meer om aan te zien is. Maar vooral ook niet meer om aan te horen. Ongewild kwam ik toch in zo’n ‘krijgstoneel’ terecht. Je rijdt per abuis een dorp binnen en ineens zit je klem en kun je geen kant meer op.

Ik besloot dus om de inval toch maar weer eens van dichtbij te gaan aanschouwen. Hoewel, van dichtbij, dat was niet verantwoord. En op het geluid afgaan was niet nodig. Van alle kanten kwam een evenredig grote bak herrie. Carnavalsmuziek? Welnee! Het was gewoon geweld. Een kilometerslange stoet met jongelui die geen van allen de betekenis van het begrip carnaval kennen. Duizenden liters bier dat in de lucht werd gegooid, hele flessen waarmee in het wilde weg clubgenoten werden bekogeld en soms ternauwernood langs mensen langs het parcours vlogen. Leuzen en motto’s op carnavalswagen waarbij totaal niet is gecontroleerd op kuisheid of aanstootgevende teksten.

Een kleurige stoet met uitbundige, dronken gekken, schuimbekkend springend op de zogenaamde moderne carnavalsmuziek. Stuk voor stuk carnavalsvierders die er voor zorgen dat het aantal gehoorspecialisten de komende jaren fors zal blijven groeien. In de wereld heerst het onbegrip over het feit dat 250 miljoen Amerikanen hebben gestemd op de knettergekke Trump. Maar als je ziet dat de ouders van de desbetreffende jongelingen die aan deze bonte ‘Capitoolbestormingen’ meedoen dit van hun kinderen gedogen, dan snap je het allemaal een stuk beter. Wellicht zijn het ook gewone mensen die een kalm, burgerlijk en ongestoord leventje leiden. Gewoon ouders die vasthouden aan de dagelijkse rituelen en zich op een voorspelbare wijze gedragen, maar het vervolgens niet erg vinden als hun kinderen aan een zuipstoet deelnemen. De lijntjes zijn soms heel dun.

Als ouders niet ingrijpen dan moet de organisaties van deze optochten dit doen. Niet alleen ter bescherming van de gehoororganen van alle kleine kinderen langs het parcours, of ter bescherming van de plantsoenen die worden omgeploegd, of de met urine en kots besprenkelde gevels en het slagveld dat de plunderende jeugd heeft achtergelaten. Nee, gewoon ter voorkoming van het aanzien van een carnavalsbolwerk als dat van hun eigen woonplaats.

In steeds meer gemeenten is de harde muziek een doorn in het oog van de inwoners en toeschouwers van de optocht en is men de wild-plassende jeugd spuugzat. Bovendien zorgen de zuipwagens, die vaak niet eens op de openbare weg mogen rijden, voor gevaarlijke verkeerssituaties. Die gemeentes leggen dwangsommen op van vijfduizend euro aan alle carnavalsvierders die met een zuipwagen naar de optocht komen. Met deze maatregel willen veel gemeentes een einde maken aan de overlast van de ‘rijdende cafés’ vol jongeren, alcohol en harde muziek. Wat ik heb gezien is de verloedering van het feest carnaval. Laat dit een wijze tip zijn.