Stel, het weer valt vies tegen dit voorjaar, een tijd vol hoop op goed weer, op weg naar een mooie lente en een dito zomer die nooit lang genoeg kan duren. Maar nee, het regent en het waait en het doet, de kachel moet nog gestookt worden. Uit eigen ervaring weet schrijver dezes dat het verlangen naar het einde van de winter alleen maar groter wordt naarmate je ouder wordt. Dit in het besef dat iedereen dat zo natuurlijk voelt. Het is iets dat allen delen. Nondepie, wanneer wordt het onderhand eens beter weer…

Door Paul Spapens

Je hoeft voor die behoefte aan goed weer geen grijsaard of Metusalem te zijn. Die persoon uit het Oude Testament werd ffkes 969 jaar. Als iemand heel oud is, zeg je ‘zo oud als Metusalem’, een legendarische persoon van tig jaar geleden die nog steeds als gezegde voortleeft in onze dagen. Metusalem was geen heilige in de traditie van de circa 25.000 heiligen die de katholieke kerk telt. Maar Bavo was dat wel, hij is een van die grote schare heiligen.

Baomesweer

De meeste van die vrouwen en mannen hangen van sterke verhalen aan elkaar en dat maakt ze zo fascinerend. Het komt neer op wat het fantasierijke volksgeloof van ze maakte. Nog niet zo lang geleden gaven we op deze plaats uitleg over hoe de Heilige Clara het tot patrones van goed weer kon schoppen. Bavo is haar tegenpool. Hij staat voor slecht weer. Het Tilburgs/Brabants dialect heeft hem verwerkt in een uitdrukking voor slecht weer: Baomesweer; nou dát is pas slecht weer, regenen en stormen, zo hard da je uit je broek waait.

Baomesweer is terug te voeren op de Heilige Bavo die op 1 oktober op de heiligenkalender staat. Begin oktober is het veelal slecht weer en dat moet Sint Bavo met z’n Baomesweer bezuren. Hiermee duidt je van dat akelige najaarsweer aan, maar niemand let jou om er ook tegenvallend voorjaarsweer mee te hekelen. Deze Sint Bavo en Sint Clara zijn echte heiligen, wat je van Sint-Juttemis niet kunt zeggen. Cees Robben laat ons op zijn Prent van 1 februari 1985 kennis maken met deze onechte heilige, fake zou je tegenwoordig op zijn Brabants moeten zeggen.

Gimborn-inkt

Als een terzijde: let voor de aardigheid eens op de spullen die Cees Robben in 1985, veertig jaar geleden, op het bureau van meneer d’n baas zette: Niks geen pc, maar een puntenslijper, een stempel op een stempelkussen en rechts een grote fles Gimborn-inkt. Het aanstormend talent heeft ondertussen natuurlijk al lang gezien dan de bureauchef jubeltenen heeft.

Het aardige is dat er liefst zo’n 25.000 heiligen zijn die je in kunt zetten voor alle mogelijke klusjes en wensen – keuze genoeg - , en dat er dan toch nog verzonnen heiligen zijn. Sint-Juttemis is er zo eentje. Omdat deze ‘heilige’ nooit heeft bestaan, geef je er ‘nooit’ mee aan als je zegt ‘Met Sint Juttemis’. Wanneer is dit of dat? Met Sint-Juttemis. ‘Jutte’ is mogelijk afgeleid van Judith, een persoon uit de Bijbel die dus nooit een katholieke heilige kan zijn geweest. Daarom kon zij figureren als verzonnen heilige. Een heilige die wel bestaan heeft kon je moeilijk als voorbeeld voor ‘nooit’ aanhalen.

Waarbij we aantekenen dat veel de naar schatting 25.000 heiligen ook nooit hebben bestaan. Om die reden werd bijvoorbeeld in 1969 Christoffel van de officiële heiligenkalender geschrapt. Wetenschappelijk onderzoek wees uit dat hij een legendarische figuur was. Niet dat iemand zich daar iets van aantrekt, maar dat is weer een ander verhaal.

Jasses

‘Met Sint-Juttemis’ kun je vergelijken met een andere uitdrukking. Vroeg een kind ‘wanneer krijg ik een nieuwe bal?’, dan kon het antwoord zijn: ‘Als Pasen en Pinksteren op een dag vallen’. De kennis onder kinderen van het kerkelijk jaar was doorgaans al zo groot dat ze zo’n afwimpelende uitmaak goed konden plaatsen. Dat waren dan kinderen van een al iets gevorderde leeftijd, die zindelijk waren. Om daar aan te werken werd ook een verzonnen heilige in stelling gebracht: de Heilige Ajakkes, patroon van de bedplassers…. Je had een vloek die met deze verzonnen heilige verband hield: Jasses. Herkenbaar, nog volop in gebruik, klinkt onschuldig, maar vergis je niet: Jasses (of jessus, jakkie, ajakkie, ajakkus) is een verbastering van Jezus. In het volksgeloof keek men niet zo nauw, nooit Roomser dan de paus.